6.5 Opnemen
De sequencer kan opnemen wat u speelt op de pads
of op een extern MIDI-klavier. Alles wordt exact zo
opgenomen als u het speelt, de precieze bewegingen
van het HiHat pedaal en de plaats waar u het vel van
de pads raakt incluis.
Opmerking: "Schuiven" met de Brushes en het dempen van
een cymbaalpad (zie blz. 20) worden niet opgenomen.
Opmerking: Houd er rekening mee dat het geheugen van de
TD-10 niet onuitputtelijk is. Er zijn weliswaar 50 User-
patronen, maar het beschikbare geheugen staat in functie van
de hoeveelheid data die in elk van die patronen wordt opge-
nomen.
Basiswerkwijze voor de opname
De beschreven werkwijze geldt zowel voor het opne-
men met pads als met een MIDI-klavier.
Kies een leeg patroon
1) Druk op [PATTERN]-[F4 (NEW)].
Er wordt nu automatisch een leeg patroon geselec-
teerd.
Opmerking: Als alle patronen reeds data bevatten, kan er
geen leeg patroon worden geselecteerd. U moet dan eerst de
inhoud van een patroon wissen (zie "Patroon wissen (Clear)"
op blz. 69).
Kies de maatsoort en het aantal maten
1) Druk op [PATTERN]-[F2 (FUNC)]-[F2 (SETUP)].
U komt terecht op de "PATTERN SETUP"-pagina.
2) Plaats de cursor op de gewenste parameter.
3) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste waarde.
Time Signature (maatsoort): teller= 1~13, noemer=
2, 4, 8, 16
Length (bars): 1~99 maten
Sequencer Instellingen voor de metronoom
Opmerking: Als u een "Replace"-opname maakt (zie blz. 65)
hoeft u Length niet te specifiëren. De opname blijft doorlopen
tot u op [STOP] drukt, en het aantal opgenomen maten
wordt automatisch de waarde voor "Length".
Opmerking: Maakt u een opname met pads, sla dan de nu
volgende punten 3 en 4 over.
Kies een MIDI-kanaal
Zorg dat het zendkanaal van uw klavier overeenkomt
met het MIDI-kanaal van de Part die u wilt aanstu-
ren/opnemen.
Elk van de vier Parts heeft zijn eigen MIDI-kanaal.
Bij levering zijn deze als volgt ingedeeld:
All Drums= MIDI-kanaal 10
Part 1= MIDI-kanaal 5
Part 2= MIDI-kanaal 6
Bast= MIDI-kanaal 2
(Als u wilt, kunt u een ander MIDI-kanaal kiezen:
druk op [SETUP] en vervolgens op [F2] (MIDI)].)
Kies een instrument
1) Druk op [Part]-[F1 (INST)].
U komt terecht op de "PART INST"-pagina.
2) Druk op [F1]~[F3] om de Part te kiezen die u wilt
opnemen.
Met de [F1]~[F3] knoppen kiest u respectievelijk
Part 1, Part 2 en de Bass Part.
3) Plaats de cursor op "INST".
4) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel een
begeleidingsinstrument of drum kit.
Kies een opnamemethode
1) Druk op [PATTERN]-[REC].
U komt terecht op de "REC STANDBY"-pagina.
2) Plaats de cursor op "Rec Mode".
3) Kies met [INC/DEC] of het [VALUE]-wiel de
gewenste opnamemethode.
65