Position
U kunt 3 opstellingen als positie Pos. 1, 2 en 3
vastleggen, afhankelijk van de luisterpositie,
luisteromgeving en meetomstandigheden.
Instellingen voor de
luisteromgeving registreren
U kunt de gewenste luisterplaats selecteren en
de meetresultaten van autokalibratie voor die
luisterplaats opslaan.
1
Selecteer de positie (Pos. 1, 2, 3)
waarvoor u het meetresultaat wilt
registreren en druk op
2
Selecteer "Calibration Start" en druk
vervolgens op
3
Druk herhaaldelijk op V/v en
onderdelen af te vinken die u niet wilt
meten, en druk vervolgens op b.
Het bevestigingsscherm waarin u wordt
gevraagd of u klaar bent om de meting te
starten, verschijnt.
4
Drukken om "Start" te selecteren.
Het meetresultaat wordt geregistreerd als
de positie die u in stap 1 hebt geselecteerd.
5
Herhaal stap 1 tot 4 om een andere
zitpositie te registreren.
Een geregistreerde zitpositie
selecteren
Selecteer de gewenste positie (Pos. 1, 2, 3)
en druk op
.
De geregistreerde zitpositie is geselecteerd.
De zitpositie benoemen
U kunt de positie hernoemen.
1
Selecteer de gewenste positie (Pos. 1,
2, 3) en druk op
2
Druk op OPTIONS.
3
Selecteer "Name Input" en druk
vervolgens op
108
NL
.
.
om de
.
.
4
Druk op V/v om een letterteken te
selecteren en druk dan op b.
U kunt de invoerpositie vooruit en achteruit
schuiven door op B/b te drukken.
5
Herhaal stap 4 om aparte lettertekens
in te voeren en druk dan op
Uw gekozen naam wordt opgeslagen.
.