E
Voer de gebruikersnaam in en druk op de toets {OK}.
F
Voer het wachtwoord in en druk op de toets {OK}.
G
Voer het pad naar de bestemmingsmap in en druk vervolgens op de toets
{OK}.
Hieronder ziet u een voorbeeld van een pad waarin de naam van de submap
"lib" en de naam van de map "user": user\lib is.
Er wordt een scherm voor het bevestigen van de bestemming weergegeven.
H
Druk op [Com.Tst].
De verbinding wordt nu getest.
I
De testresultaten worden weergegeven. Druk op [Afsluit.].
scan-to-folderbestemmingen opgeven
2
67