4.3
Eisen aan de wateraansluitingen
4.3.1
Eisen aan de CV-aansluitingen
4.3.2
Eisen aan de condensafvoer
4.3.3
Installatie doorspoelen
4.4
Eisen aan de gasaansluiting
7669194 - v.05 - 29092021
Controleer voor de installatie of de aansluitingen aan de gestelde eisen
voldoen.
Voer eventuele laswerkzaamheden uit op voldoende afstand van de
ketel.
Volg bij gebruik van kunststof leidingen de aanwijzingen van de
fabrikant op.
Wij raden aan een CV-filter in de retourleiding te installeren om de
verstopping van ketelcomponenten te voorkomen.
De afvoerpijp dient Ø 32 mm of groter te zijn, uitkomend op het riool.
Gebruik alleen kunststofmateriaal als afvoerleiding, vanwege de
zuurgraad (pH 2 tot 5) van het condenswater.
Monteer een stankafsluiter of sifon in de afvoerpijp.
Afschot afvoerpijp minimaal 30 mm per meter, maximale horizontale
lengte 5 meter.
Maak geen vaste verbinding om overdruk in het sifon te voorkomen.
De installatie moet worden uitgevoerd volgens de geldende wettelijke
voorschriften, de regels van goed vakmanschap en de aanbevelingen in
deze handleiding.
Voordat er een nieuwe ketel op een installatie kan worden aangesloten,
moet de gehele installatie grondig worden gereinigd en doorgespoeld.
Hierdoor worden resten van het installeren (lasslakken,
bevestigingsmiddelen enz.) en opgehoopt vuil (slib, slijk enz.) verwijderd
Belangrijk
Spoel de CV-installatie door met minimaal drie keer de inhoud
van de installatie.
Spoel de sanitair-warmwaterleidingen door met minimaal 20
keer de inhoud van de leidingen.
Voer eventuele laswerkzaamheden uit op voldoende afstand van de
ketel.
Controleer voor montage of de gasmeter voldoende capaciteit heeft.
Houd daarbij rekening met het verbruik van alle apparaten. Waarschuw
het plaatselijke energiebedrijf als de gasmeter te weinig capaciteit heeft.
Wij raden aan een gasfilter te installeren om vervuiling van het gasblok
te voorkomen.
De gasinstallatie en -aansluiting van de ketel moeten uitgevoerd worden
door een hiertoe bevoegde vakman overeenkomstig de aanwijzingen
van de normen NBN D 51.003, NBN D 30.003, NBN B 61.001, NBN B
61.002 en NBN D 51.006. Er moet zich een stopkraan met KVBG-
goedkeuring bevinden in de leiding stroomopwaarts en in nabijheid van
de ketel.
4 Voorbereiding van de installatie
MCA
13