Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof
Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof
Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof
Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof
Bijvullen van de ruitensproeiervloeistof
Zie voor het bijvullen van de ruiten-
sproeiervloeistof
"RUITENSPROEIER-
VLOEISTOF" in de index.
ACHTERKLEPWISSER EN -SPROEIER
ACHTERKLEPWISSER EN -SPROEIER
ACHTERKLEPWISSER EN -SPROEIER
ACHTERKLEPWISSER EN -SPROEIER
ACHTERKLEPWISSER EN -SPROEIER
Z
Z
Z
Z
Z
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
• • • • • Een verminderd zicht verhoogt de
Een verminderd zicht verhoogt de
Een verminderd zicht verhoogt de
Een verminderd zicht verhoogt de
Een verminderd zicht verhoogt de
kans op ongevallen en kan zodoende
kans op ongevallen en kan zodoende
kans op ongevallen en kan zodoende
kans op ongevallen en kan zodoende
kans op ongevallen en kan zodoende
persoonlijk letsel en schade aan de
persoonlijk letsel en schade aan de
persoonlijk letsel en schade aan de
persoonlijk letsel en schade aan de
persoonlijk letsel en schade aan de
auto of andere goederen tot gevolg
auto of andere goederen tot gevolg
auto of andere goederen tot gevolg
auto of andere goederen tot gevolg
auto of andere goederen tot gevolg
hebben.
hebben.
hebben.
hebben.
hebben.
• • • • • Zet de ruitenwisser van de achterruit
Zet de ruitenwisser van de achterruit
Zet de ruitenwisser van de achterruit
Zet de ruitenwisser van de achterruit
Zet de ruitenwisser van de achterruit
niet aan als de ruit droog is of als de
niet aan als de ruit droog is of als de
niet aan als de ruit droog is of als de
niet aan als de ruit droog is of als de
niet aan als de ruit droog is of als de
ruitenwisser geblokkeerd is door
ruitenwisser geblokkeerd is door
ruitenwisser geblokkeerd is door
ruitenwisser geblokkeerd is door
ruitenwisser geblokkeerd is door
sneeuw of ijs.
sneeuw of ijs.
sneeuw of ijs.
sneeuw of ijs.
sneeuw of ijs.
Het gebruik van de ruitenwisser onder
Het gebruik van de ruitenwisser onder
Het gebruik van de ruitenwisser onder
Het gebruik van de ruitenwisser onder
Het gebruik van de ruitenwisser onder
deze omstandigheden kan schade aan
deze omstandigheden kan schade aan
deze omstandigheden kan schade aan
deze omstandigheden kan schade aan
deze omstandigheden kan schade aan
het wisserblad, het ruitenwisser-
het wisserblad, het ruitenwisser-
het wisserblad, het ruitenwisser-
het wisserblad, het ruitenwisser-
het wisserblad, het ruitenwisser-
mechanisme, de ruitenwissermotor of
mechanisme, de ruitenwissermotor of
mechanisme, de ruitenwissermotor of
mechanisme, de ruitenwissermotor of
mechanisme, de ruitenwissermotor of
de achterruit veroorzaken.
de achterruit veroorzaken.
de achterruit veroorzaken.
de achterruit veroorzaken.
de achterruit veroorzaken.
• • • • • Controleer of het wisserblad niet aan
Controleer of het wisserblad niet aan
Controleer of het wisserblad niet aan
Controleer of het wisserblad niet aan
Controleer of het wisserblad niet aan
de achterruit is vastgevroren, voordat
de achterruit is vastgevroren, voordat
de achterruit is vastgevroren, voordat
de achterruit is vastgevroren, voordat
de achterruit is vastgevroren, voordat
u deze bij koud weer inschakelt. De
u deze bij koud weer inschakelt. De
u deze bij koud weer inschakelt. De
u deze bij koud weer inschakelt. De
u deze bij koud weer inschakelt. De
wissermotor kan defect raken als de
wissermotor kan defect raken als de
wissermotor kan defect raken als de
wissermotor kan defect raken als de
wissermotor kan defect raken als de
ruitenwissers worden ingeschakeld
ruitenwissers worden ingeschakeld
ruitenwissers worden ingeschakeld
ruitenwissers worden ingeschakeld
ruitenwissers worden ingeschakeld
terwijl de wisserbladen vastgevroren
terwijl de wisserbladen vastgevroren
terwijl de wisserbladen vastgevroren
terwijl de wisserbladen vastgevroren
terwijl de wisserbladen vastgevroren
zijn.
zijn.
zijn.
zijn.
zijn.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 2-41
Zet het contact in de stand ACC of ON en draai
het
uiteinde
van
de
ruitenwisser/
sproeierschakelaar
omhoog
achterruitwisser in te schakelen.
De schakelaar kent de volgende drie standen:
• • • • • OFF
OFF: Systeem uitgeschakeld. Ruststand.
OFF
OFF
OFF
• • • • • INT
INT: Intervalstand.
INT
INT
INT
• • • • • LO
LO
LO: Continu wissen met lage snelheid.
LO
LO
om
de