9–52 NAVIGATIEHANDLEIDING
4 4 4 4 4 . . . . . 1 1 1 1 1 BESTEMMINGSBEHEER
BESTEMMINGSBEHEER
BESTEMMINGSBEHEER
BESTEMMINGSBEHEER
BESTEMMINGSBEHEER
4 4 4 4 4 . . . . . 1. 1. 1. 1. 1.1 1 1 1 1 Bestemming(en) toevoegen of
Bestemming(en) toevoegen of
Bestemming(en) toevoegen of
Bestemming(en) toevoegen of
Bestemming(en) toevoegen of
verwijderen
verwijderen
verwijderen
verwijderen
verwijderen
A-Navi-systeem biedt u de mogelijkheid om
maximaal twee tussenpunten en bestem-
mingen toe te voegen. Het startpunt is
gewoonlijk de huidige positie die door GPS is
vastgesteld.
: raak het aan en open "Zoekmenu"
om een tussenpunt/bestemming te
zoeken (raadpleeg hoofdstuk 3).
: raak het aan en het geel gemar-
keerde tussenpunt/bestemming is
verwijderd.
4 4 4 4 4 . . . . . 1.2
1.2 De volgorde van de bestemming
1.2
1.2
1.2
De volgorde van de bestemming
De volgorde van de bestemming
De volgorde van de bestemming
De volgorde van de bestemming
wijzigen
wijzigen
wijzigen
wijzigen
wijzigen
: raak het aan om het gemarkeerde
tussenpunt/bestemming omhoog te
bewegen.
: raak het aan om het gemarkeerde
tussenpunt/bestemming omlaag te
bewegen.
Een grijze toets betekent dat de functie
uitgeschakeld is.
4 4 4 4 4 . . . . . 1.3
1.3 Bestemming op de kaart tonen
1.3
1.3
1.3
Bestemming op de kaart tonen
Bestemming op de kaart tonen
Bestemming op de kaart tonen
Bestemming op de kaart tonen
,
In het scherm "Routeplan" raakt u
aan en voert u de kaartlocatie van
het gemarkeerde tussenpunt/bestemming in.
Hier is het volgende mogelijk:
a. Vastzetten op kaart en informatie van
tussenpunt/bestemming controleren.
b. Uit- en inzoomen;
c. De kaart in alle richtingen bewegen
Afbeelding 4.2 Bestemming op kaart
4.2 ROUTE-OPTIES
4.2 ROUTE-OPTIES
4.2 ROUTE-OPTIES
4.2 ROUTE-OPTIES
4.2 ROUTE-OPTIES
A-Navi-systeem biedt u geoptimaliseerde
navigatie-instellingen. Deze instellingen
vormen de basisparameters voor het
berekenen van de route.
,
Raak
op het scherm
"Routeplan" aan en open het scherm "Route-
opties" (afbeelding 4.3).
Afbeelding 4.3 Route-opties