9–10 NAVIGATIEHANDLEIDING
De spanning wordt uitgeschakeld wanneer de
motor wordt uitgeschakeld. Nadat de motor is
uitgeschakeld, blijft het systeem nog 30 secon-
den ingeschakeld om de gegevens op te slaan.
Z
Z
Z
Z
Z
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
OPMERKING
• • • • • De laatst gebruikte modus wordt
De laatst gebruikte modus wordt
De laatst gebruikte modus wordt
De laatst gebruikte modus wordt
De laatst gebruikte modus wordt
opgeslagen wanneer de motor wordt
opgeslagen wanneer de motor wordt
opgeslagen wanneer de motor wordt
opgeslagen wanneer de motor wordt
opgeslagen wanneer de motor wordt
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
uitgeschakeld.
• • • • • Wanneer u het systeem binnen
Wanneer u het systeem binnen
Wanneer u het systeem binnen
Wanneer u het systeem binnen
Wanneer u het systeem binnen
30 seconden na het verwijderen van de
30 seconden na het verwijderen van de
30 seconden na het verwijderen van de
30 seconden na het verwijderen van de
30 seconden na het verwijderen van de
sleutel start, heeft het systeem geen
sleutel start, heeft het systeem geen
sleutel start, heeft het systeem geen
sleutel start, heeft het systeem geen
sleutel start, heeft het systeem geen
opstarttijd nodig.
opstarttijd nodig.
opstarttijd nodig.
opstarttijd nodig.
opstarttijd nodig.
• • • • • Om het systeem te resetten, drukt u
Om het systeem te resetten, drukt u
Om het systeem te resetten, drukt u
Om het systeem te resetten, drukt u
Om het systeem te resetten, drukt u
gedurende 10 seconden tegelijkertijd op
gedurende 10 seconden tegelijkertijd op
gedurende 10 seconden tegelijkertijd op
gedurende 10 seconden tegelijkertijd op
gedurende 10 seconden tegelijkertijd op
de knoppen MENU en TRIP
de knoppen MENU en TRIP
de knoppen MENU en TRIP
de knoppen MENU en TRIP. L
de knoppen MENU en TRIP
. L
. L
. L
. Laat de
aat de
aat de
aat de
aat de
knoppen los wanneer het systeem
knoppen los wanneer het systeem
knoppen los wanneer het systeem
knoppen los wanneer het systeem
knoppen los wanneer het systeem
begint met opnieuw starten.
begint met opnieuw starten.
begint met opnieuw starten.
begint met opnieuw starten.
begint met opnieuw starten.
Systeembedieningselementen
Systeembedieningselementen
Systeembedieningselementen
Systeembedieningselementen
Systeembedieningselementen
De volgende apparaattoetsen bevinden zich op
het navigatiesysteem.
1
NAVI: Navigatie
2
MENU: Hoofdmenu
3
TRIP: Rij-informatie
4
DIM: helderheid aanpassen
Hoofdmenu
Hoofdmenu
Hoofdmenu
Hoofdmenu
Hoofdmenu
Druk op de apparaattoets MENU om het
scherm Hoofdmenu weer te geven. In dit
scherm kunt u alle functies van het
navigatiesysteem bedienen. Schermknoppen
worden gemarkeerd wanneer een functie
beschikbaar is en uitgeschakeld wanneer ze
niet bereikbaar zijn
1
Navigatie
2
MP3
3
Film
4
Reisinformatie
5
ATC-informatie
6
Instellingen