RUITENWISSERS MET
RUITENWISSERS MET
RUITENWISSERS MET
RUITENWISSERS MET
RUITENWISSERS MET
VERLICHTINGSFUNCTIE
VERLICHTINGSFUNCTIE
VERLICHTINGSFUNCTIE
VERLICHTINGSFUNCTIE
VERLICHTINGSFUNCTIE
De functie wordt geactiveerd wanneer de
lichtschakelaar in de stand AUTO staat.
Wanneer de ruitenwissers 8 cycli in bedrijf
zijn, gaat de externe verlichting automatisch
branden.
RICHTINGAANWIJZERHENDEL
RICHTINGAANWIJZERHENDEL
RICHTINGAANWIJZERHENDEL
RICHTINGAANWIJZERHENDEL
RICHTINGAANWIJZERHENDEL
Bocht naar RECHTS: Beweeg de aanwijzer-
hendel omhoog.
Bocht naar LINKS: Beweeg de aanwijzer-
hendel omlaag.
Na de bocht schakelt de richtingaanwijzer-
schakelaar automatisch uit en keert de
richtingaanwijzerschakelaar weer terug in de
ruststand.
Beweeg de richtingaanwijzerhendel iets
vanuit de ruststand en houd hem in deze
stand vast als u richting aan moet geven bij
het verwisselen van rijstrook. Als u de
richtingaanwijzerschakelaar loslaat, keert hij
weer terug in de ruststand.
INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN 2-35
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
AANWIJZING
Wanneer u de aanwijzerhendel iets
Wanneer u de aanwijzerhendel iets
Wanneer u de aanwijzerhendel iets
Wanneer u de aanwijzerhendel iets
Wanneer u de aanwijzerhendel iets
omhoog of omlaag beweegt en loslaat,
omhoog of omlaag beweegt en loslaat,
omhoog of omlaag beweegt en loslaat,
omhoog of omlaag beweegt en loslaat,
omhoog of omlaag beweegt en loslaat,
zullen de richtingaanwijzerlampen
zullen de richtingaanwijzerlampen
zullen de richtingaanwijzerlampen
zullen de richtingaanwijzerlampen
zullen de richtingaanwijzerlampen
automatisch driemaal knipperen.
automatisch driemaal knipperen.
automatisch driemaal knipperen.
automatisch driemaal knipperen.
automatisch driemaal knipperen.