GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
1
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
●
Voer het motortoerental tijdens acce-
2
lereren niet te hoog op.
●
Voer het toerental niet te hoog op ter-
wijl de motor onbelast draait.
3
●
Laat de motor niet langdurig stati-
onair draaien maar zet hem af (bij-
4
voorbeeld in fi les, bij stoplichten of bij
spoorwegovergangen).
5
6
7
8
9
DAU16820
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1000 km (600 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit gedurende de eerste 1000 km (600 mi)
niet te zwaar worden belast. De verschil-
lende onderdelen van de motor slijten op
elkaar in totdat de juiste bedrijfsspelingen
zijn bereikt. Rijd tijdens deze periode nooit
langdurig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
0 ~ 150 km (0 ~ 90 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/3 opengedraaid.
Zet de motor steeds af nadat deze een uur
heeft gedraaid en laat deze dan vijf tot tien
minuten lang afkoelen.
Varieer van tijd tot tijd het motortoerental.
Laat de motor niet steeds in één vaste
stand van de gasgreep draaien.
DAU16830
150 ~ 500 km (90 ~ 300 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
1/2 opengedraaid.
Gebruik de motor in alle versnellingen,
maar draai het gas nooit helemaal open.
500 ~ 1000 km (300 ~ 600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig voorbij
3/4 opengedraaid. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie worden
ververst en moet de oliezeef worden
gereinigd.
1000 km (600 mi) en verder
Laat de motor niet langdurig volgas draai-
en. Varieer zo nu en dan de snelheid.
DAU16951
LET OP
Als tijdens de inrijperiode motorschade
optreedt, vraag dan direct een Yamaha
dealer de machine te controleren.
5-3
DAU15943
[DCA10351]
DCA10270