5 Bediening
2.
Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM-aansluiting en het rode
meetsnoer in de positieve Ω-aansluiting.
3.
Gebruik de toets
wordt weergegeven.
4.
Houd de pennen van de sondes tegen de te testen stroomkring of
component.
5.
Als de weerstand minder is dan 30 Ω, piept de meter.
5.12 Diodetest
WAARSCHUWING
Voer geen diode-, weerstands- of doorgangstests uit voordat u de condensa-
toren en het te testen apparaat spanningsloos hebt gemaakt. Anders bestaat
er letselgevaar.
1.
Zet de functieschakelaar in de stand
2.
Steek het zwarte meetsnoer in de negatieve COM-aansluiting en het rode
meetsnoer in de positieve Ω-aansluiting.
3.
Gebruik de toets
wordt weergegeven.
4.
Houd de pennen van de sondes tegen de te testen diode of halfgeleiderlaag.
5.
Als de diode in doorlaatrichting geleidt en in sperrichting opent, geeft de me-
ter de doorlaatspanning weer (positieve aflezing).
6.
Als de diode in doorlaatrichting opent en in sperrichting geleidt, geeft de me-
ter de sperspanning weer (negatieve aflezing).
7.
Als de diode zowel in doorlaat- als in sperrichting geleidt, geeft de meter
bAd weer.
8.
Als de aflezing tussen 0,40 V en 0,80 V of tussen –0,40 V en –0,80 V ligt, is
de component in orde.
5.13 Streamen van meetgegevens met Bluetooth
5.13.1 Algemeen
Sommige infraroodcamera's van FLIR Systems ondersteunen Bluetooth-commu-
nicatie, en naar die camera's kunt u meetgegevens van de meter streamen. De
gegevens worden vervolgens ingevoegd in de resultatentabel in het
infraroodbeeld.
#T559825; r. AH/ 10384/10384; nl-NL
om de doorgangsmeting te selecteren. De indicator
.
de diodetestfunctie te selecteren. De indicator
28