5 Bediening
5.6.2 Basis-stroommetingen
WAARSCHUWING
Meet de stroom niet in een stroomkring wanneer de spanning hoger wordt
dan 1000 V. Anders kan het instrument beschadigd raken en kan letsel het ge-
volg zijn.
Bij het meten van stroom met behulp van de bek, mag er slechts één geleider
door de bek worden omsloten – zie afbeelding 5.1.
Figuur 5.1 Juiste en verkeerde meetopstelling
1.
Zorg dat de meetsnoeren zijn losgekoppeld van de meter.
2.
Zet de functieschakelaar in de stand .
3.
Om de AC-, DC- of AC+DC-meting handmatig te selecteren, drukt u herhaal-
delijk op de toets
matische/handmatige selectie), pagina 14.
4.
Om het meetbereik (de schaal) handmatig te selecteren, drukt u herhaalde-
lijk op de toets
tische/handmatige bereikinstelling), pagina 15.
#T559825; r. AH/ 10384/10384; nl-NL
. Zie paragraaf 5.2 Modus Auto/Manual select (auto-
. Zie paragraaf 5.3 Modus Auto/Manual range (automa-
17