1. Controleer of het indicatielampje in het
laadstation blauw knippert, wat een breuk in de
begrenzingslus aangeeft. Zie 9.3 Indicatielampje
in het laadstation op pagina 77.
2. Controleer of de aansluitingen van de
begrenzingsdraad naar het laadstation correct zijn
aangesloten en niet zijn beschadigd. Controleer of
het indicatielampje in het laadstation nog steeds
blauw knippert.
3. Verwissel de aansluitingen van de
begeleidingsdraad en de begrenzingsdraad in het
laadstation.
a) Verwissel de aansluitingen AL en G1.
Als het indicatielampje constant groen
brandt, bevindt de breuk zich ergens in de
begrenzingsdraad tussen AL en het punt waar
de begeleidingsdraad is aangesloten op de
begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de
afbeelding).
b) Zet AL en G1 terug in hun oorspronkelijke
posities. Verwissel vervolgens AR en G1.
Als het indicatielampje constant groen
brandt, bevindt de breuk zich ergens in de
begrenzingsdraad tussen AR en het punt
waar de begeleidingsdraad is aangesloten op
de begrenzingsdraad (dikke zwarte lijn op de
afbeelding).
Nederlands - 80
310,315,NL.indd 80
PROBLEMEN OPLOSSEN
Guide
3012-1066
3012-1341
3012-1342
3012-1343
2015-04-14 16.28