8.3 Na de winteropslag
Controleer of de robotmaaier, de contactstrips of laadstrips
voor gebruik moeten worden gereinigd. Reinig de laad- of
contactstrips met fijn schuurlinnen als ze verbrand of met
een laagje bedekt lijken te zijn. Controleer of de tijd en
datum op de maaier correct zijn.
8.4 Reinigen
Het is belangrijk om de robotmaaier schoon te houden.
Een robotmaaier waar veel gras aan blijft zitten, kan
moeilijker een helling oprijden, zal mindere prestaties
leveren en zal sneller slijten. We adviseren om bij het
reinigen een zachte borstel te gebruiken.
BELANGRIJKE INFORMATIE
Gebruik nooit een hogedrukreiniger en
zelfs geen stromend water om de robot-
maaier schoon te maken. Gebruik nooit
oplosmiddelen om schoon te maken.
Chassis en maaischijf
1. Zet de hoofdschakelaar in stand 0.
2. Draag beschermende handschoenen.
3. Til de robotmaaier op z'n kant.
4. Reinig de maaischijf en het chassis met
bijvoorbeeld een afwasborstel.
Controleer ook of de glijplaat vrij kan draaien ten opzichte
van de maaischijf.
Als lange grassprieten of andere objecten hierin
binnendringen, kan de beweging van de maaischijf worden
belemmerd. Zelfs een licht remeffect leidt al tot een hoger
energieverbruik en lagere maaitijden, en in het ergste
geval zal de robotmaaier hierdoor niet in staat zijn om
een groot gazon te maaien. De maaischijf moet worden
verwijderd als u een grondiger reiniging wilt uitvoeren.
Neem zo nodig contact op met uw dealer.
Chassis
Reinig de onderkant van het chassis. Gebruik een borstel
of licht vochtige doek.
Wielen
Reinig rondom het voorwiel en de achterwielen en ook
rond de voorwielsteun.
Nederlands - 70
310,315,NL.indd 70
ONDERHOUD
3012-271
3012-1301
3012-272
3012-1337
3012-1338
3012-1339
2015-04-14 16.28