Zoekmethode 2: Begeleidingsdraad volgen
De robotmaaier rijdt in een onregelmatig patroon totdat
hij bij de begeleidingsdraad komt. Vervolgens volgt de
robotmaaier de begeleidingsdraad naar het laadstation.
De begeleidingsdraad is een kabel die vanaf het
laadstation bijvoorbeeld richting een afgelegen deel
van het werkgebied of door een smalle doorgang wordt
gelegd, om vervolgens te worden aangesloten op
de begeleidingsdraad. Zie 3.6 De begeleidingsdraad
installeren op pagina 28.
Deze zoekmethode maakt het voor de robotmaaier
makkelijker om het laadstation te vinden in een gebied
met veel of grote eilanden, smalle doorgangen of steile
hellingen.
Het voordeel van deze zoekmethode is de kortere
zoektijd.
Zoekmethode 3: Begrenzingsdraad volgen
De robotmaaier rijdt in een onregelmatig patroon totdat
hij bij de begrenzingslus komt. Vervolgens volgt hij de
begrenzingslus naar het laadstation. De robotmaaier gaat
willekeurig rechtsom of linksom.
Deze zoekmethode is geschikt voor een installatie met
een open tuin met brede doorgangen (breder dan circa
3 meter) en geen of slechts enkele kleine eilanden.
Het voordeel van deze zoekmethode is dat er geen
begeleidingsdraad hoeft te worden geïnstalleerd.
Het nadeel is dat er langs de begrenzingslus enkele
sporen in het gazon kunnen worden gevormd. Bovendien
zal de zoektijd langer zijn als de installatie smalle
doorgangen of talrijke eilanden bevat.
In de regel wordt deze zoekmethode enkel gebruikt als de
robotmaaier het laadstation met behulp van zoekmethode
1 of 2 niet binnen de verwachte tijd kan vinden.
Nederlands - 14
310,315,NL.indd 14
PRESENTATIE
3012-558
3012-486
2015-04-14 16.28