MENUFUNCTIES
6.6 Weertimer
Niet van toepassing op Automower® 310.
Via deze functie kan de robotmaaier zijn maaitijden
automatisch aanpassen aan de snelheid waarmee het
Weertimer
gras groeit. Wanneer het weer bevorderlijk is voor het
groeien van het gras maait de robotmaaier vaker en
wanneer het gras minder snel groeit, zal de robotmaaier
automatisch minder tijd aan het gazon besteden.
Aan/Uit
Maaitijd
De robotmaaier zal echter niet langer werken dan de tijd
die in de timerinstellingen kan worden geconfigureerd.
Voor optimale weertimerprestaties raden we aan om bij
het instellen van de timer alleen de tijden te deselecteren
waarop de robotmaaier niet moet werken. Andere tijden
Laag -
Laag
Midden
Hoog
Hoog +
moeten beschikbaar zijn voor de weertimer.
Wanneer de weertimer is geactiveerd, heeft de
robotmaaier tijd nodig om te bepalen wat de optimale
maaitijd voor het betreffende werkgebied is. Daarom
kan het enkele dagen duren voordat de maairesultaten
optimaal zijn.
Wanneer de weertimer is geactiveerd, is het erg belangrijk
om regelmatig te controleren of de maaischijf schoon
is en de messen in goede staat zijn. Gras dat rond de
maaischijfas is gedraaid of botte messen kunnen de
werking van de weertimer beïnvloeden.
Weertimer
Activeren van de weertimer: plaats de cursor op Aan en
druk op OK.
Maaitijd
Als de maairesultaten bij gebruik van de weertimer niet
optimaal zijn, kan het nodig zijn om de maaitijdinstellingen
3012-1259
aan te passen.
Maaitijd instellen: plaats de cursor op Maaitijd en verleng
of verkort de maaitijd met de rechter- en linkerpijltoets in
drie vooraf ingestelde stappen.
Hoe langer de geselecteerde maaitijd, des te langer de
robotmaaier mag maaien.
Nederlands - 48
310,315,NL.indd 48
2015-04-14 16.28