Dit hoofdstuk helpt om de oorzaak van een storing of een waarschuwingstoestand
7.1
Waarschuwings- en storingsmeldingen
Er zijn twee algemene indicaties, waarschuwingen en storingen die verschillende acties
vereisen. Neem contact op met onze MST-serviceafdeling voor bijkomende assistentie of
voor storings-/waarschuwingsmeldingen die niet in dit hoofdstuk werden opgenomen.
7.1.1
Waarschuwingen
Een waarschuwingstoestand duidt erop dat het instrument moet worden nagekeken, maar
dat het instrument nog steeds kan bewaken en werken zoals geprogrammeerd.
Wanneer het instrument een waarschuwingstoestand detecteert:
-
knippert de groene status-led
-
afhankelijk van de configuratie wordt het storingsrelais geactiveerd
Druk op de <set>-toets om te bevestigen en om de Waarschuwingstoestand terug
te zetten.
L OW Z E R O
!
A s H 3
0 . 00
C H E C K S E N S O R !
A s H 3
0 . 00
Satellite XT R-versie
te bepalen, en stelt een correctieve actie voor.
Deze melding wijst erop dat het nulpunt van de sensor buiten
het optimale bereik ligt.
p p m
Controleer de nulijking en ijk opnieuw indien nodig om dit
probleem op te lossen.
Deze melding wijst erop dat de sensorgevoeligheid niet aan de
specificaties voldoet.
p p m
De sensor moet snel worden vervangen.
De functie Automatische zelftest moet worden ingeschakeld
om deze melding te krijgen. Zie Hoofdstuk 6, Configuratie.
! Deze functie is niet beschikbaar voor instrumenten die
zuurstofsensoren gebruiken.
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7
Controleer sensor!
Laag nulpunt!
7-1