Basiswerking – Hoofdstuk 1 Dit gedeelte geeft een basisoverzicht van het instrument en zijn werking. Werkingsprincipe De Satellite XT R-versie is een generisch gasbewakingsinstrument voor het detecteren van een groot aantal schadelijke gassen. De stroom wordt geleverd via een lokale voeding van 12 tot 14 V DC.
Basiswerking – Hoofdstuk 1 1.2.2 Onderhoudsmodus De Onderhoudsmodus geeft een volledige afwezigheid aan van bewakingscapaciteit. De groene status-led is gedoofd. Afhankelijk van de configuratie wordt het storingsrelais geactiveerd. 1.2.3 Waarschuwingstoestand Een waarschuwingstoestand duidt erop dat het instrument moet worden nagekeken, maar dat het instrument nog steeds kan bewaken en werken zoals geprogrammeerd. Wanneer het instrument een waarschuwingstoestand detecteert: - knippert de groene status-led - afhankelijk van de configuratie wordt het storingsrelais geactiveerd.
Basiswerking – Hoofdstuk 1 Werkingselementen Aan de voorzijde van het instrument bevindt zich de S a t e l l i t e X T grafische display, het toetsenbord dat bestaat uit 6 A s H 3 0.00 toetsen. Boven de <set>-toets bevindt zich de groene status-led. 1.4.1 Toetsenbordfuncties Escape-toets <esc>...
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Dit hoofdstuk gaat over de installatie en de initiële opstartprocedures . Algemene richtlijnen Hou rekening met de onderstaande aspecten voordat u het instrument plaatst. Het bezit van doelgas (lichter of zwaarder dan lucht) moet in acht worden genomen. Installation and Start-Up - Section 2 Het instrument moet zo dicht mogelijk bij de bewakingslocatie worden geplaatst.
Pagina 10
Installation and Start-Up - Section 2 Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 For applications where wall mounting is not possible, an L-shaped mounting plate with DIN–rail is available as an option. Een L-vormige montageplaat met DIN-rail is optioneel beschikbaar voor toepassingen waarbij een muurmontage onmogelijk is.
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Kanaalmontage Volg de installatierichtlijnen voor het instrument. Voor montage en installatie van de sensoruitbreiding, zie onderstaande schema’s en keerzijde. 2.3.1 De sensoruitbreiding op het instrument aansluiten 1. Sluit de houder (A) aan op de pen in het sensorcompartiment onderaan de Satellite XT. De houdergroef moet aan de voorkant zitten.
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Bedrading Er zijn 2 kabels die permanent vastzitten aan de Aansluitingen stroomtoevoer onderzijde van het instrument: een 2 m lange Stroom + 2-draads afgeschermde kabel en een 3 m lange 6-draads afgeschermde kabel. P– bruin Stroom - afscherming...
Pagina 14
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Satellite XT R Junction Box 6-wire shielded cable 2-wire shielded cable 3 m provided with instrument 2 m provided with instrument Junction Box 230 / 115 VAC Power Supply 24 VDC 2-wire shielded cable 2-wire shielded cable to additional control devices Bedradingsschema Satellite XT R - Basisconfiguratie...
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Eerste keer opstarten Wanneer de bedrading is voltooid, moet aan ieder instrument een sensor worden toegewezen. Iedere sensor is geijkt voor gas, de sensorspecifieke ijkparameters worden in het interne gegevensgeheugen bewaard. Zorg ervoor dat alleen sensors die ontworpen zijn voor de Satellite XT worden gebruikt. A f-fabriek worden de instrumenten zowel ongeconfigureerd als vooraf geconfigureerd verzonden op vraag van de klant.
Pagina 16
Installatie en opstarten - Hoofdstuk 2 Satellite XT R-versie...
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Dit hoofdstuk gaat over de verschillende bewakingstoestanden en de beschikbare sub- menu’s in het Hoofdmenu. De Hoofdmenuschermen Bij het drukken op de <esc>-toets zal het instrument de Bewakingsmodus afsluiten en naar het Hoofdmenu gaan. Het instrument bevindt zich nu in Onderhoudsmodus. De groene led brandt niet.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Bewaking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. MON I T OR I NG De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar s e l e c t : boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Onderhoud M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De MA I N T E N A N C E groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar boven of naar beneden in het s e l e c t : Hoofdmenu.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - IJking M E N U M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De C A L I B R A T I ON C A L I B R A T I ON groene led is gedoofd.
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Configuratie M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De CON F I GU R A T I ON groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up> of <down> naar s e l e c t : boven of naar beneden in het Hoofdmenu.
Pagina 22
Hoofdmenu - Hoofdstuk 3 Hoofdmenu - Configuratie vervolg continued Submenus - Configuration Locatie C O N F I G U R A T I O N scherm 7 van 10 L OC A T I ON s e l e c t : Nieuw sensortype scherm 8 van 10 C O N F I G U R A T I O N...
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Dit hoofdstuk gaat over de procedures voor routineonderhoud, waaronder het vervangen van een sensor en specifieke informatie over de sensor en het instrument. M E N U Hoofdmenu - Onderhoud MA I N T E N A N C E Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen s e l e c t : <up>...
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Hoofdmenu - Onderhoud vervolg continued Submenu’s - Onderhoud Apparaat terugzetten M A I N T E N A N C E scherm 6 van 7 R E S E T D E V I C E s e l e c t : Onderhoud M A I N T E N A N C E...
Pagina 25
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Onderhoud sensor M A I N T E N A N C E Zie hoofdstuk 8 - Sensorinformatie, om een sensor S E N S OR S E R V I C E te vervangen door een nieuwe sensor met hetzelfde onderdeelnummer.
Pagina 26
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Alarm terugzetten M A I N T E N A N C E De gebruiker kan met Alarm terugzetten de A L A RM R E S E T alarmaanduiding van vergrendelde alarmen terugzetten. Gebruik de <set>-toets om naar s e l e c t : sensoronderhoud te gaan.
Pagina 27
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Alarm/ -waarschuwing test vervolg continued Waarschuwing instellen? A L A R M / W A R N T E S T Hiermee kan de gebruiker een S E T WA R N I NG ? waarschuwingstoestand simuleren. Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Pagina 28
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Sensorinformatie M A I N T E N A N C E Toont specifieke informatie over de huidige S E N S OR I N F O S geïnstalleerde sensor, zoals onderdeelnummer, serienummer, datum eerste ijking, gevoeligheid s e l e c t : en revisienummer.
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Sensorinformatie vervolg continued Gevoeligheid S E N S O R I N F O S Gebruik de <set>-toets om de sensorgevoeligheid S E N S I T I V I T Y op te vragen die bij de eerste ijking werd vastgelegd. s e l e c t : <Huidige gevoeligheid>...
Pagina 30
Onderhoud - Hoofdstuk 4 Apparaat terugzetten M A I N T E N A N C E Biedt de mogelijkheid om het instrument “warm te R E S E T D E V I C E starten”. Druk op de <set>-toets om te selecteren. s e l e c t : Bent u zeker? R E S E T D E V I C E...
IJking - Hoofdstuk 5 Dit hoofdstuk gaat over de ijkprocedures voor de Satellite XT. IJking kan zowel automatisch (door een dynamische gasijking) als manueel (door het invoeren van een berekende correctiefactor, de K-factor) worden uitgevoerd. Hoofdmenu - IJking M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De C A L I B R A T I ON groene led is gedoofd.
IJking - Hoofdstuk 5 Gasijking C A L I B R A T I O N Het submenu gasijking wordt gebruikt voor dynamische G A S C A L I B R A T I ON ijking. Gebruik voor de nulijking zuivere of synthetische lucht, vrij van meetgas of andere storende gassen. De s e l e c t : sensor moet voor de ijking worden opgewarmd.
IJking - Hoofdstuk 5 Gasijking vervolg continued Bereikinstelling G A S C A L I B R A T I O N Bereikinstelling is van toepassing op alle sensoren, met S P A N A D J U S T inbegrip van zuurstofsensoren.
IJking - Hoofdstuk 5 Manuele K-factor Dit submenu wordt gebruikt om het instrument C A L I B R A T I O N manueel te ijken door het ingeven van een nieuwe MA N U A L K - F A C T OR K-factor.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Dit hoofdstuk beschrijft de standaardconfiguratie van het instrument en de procedure om deze aan individuele behoeften aan te passen. Hoofdmenu - Configuratie M E N U Het instrument bevindt zich in Onderhoudsmodus. De CON F I GU R A T I ON groene led is gedoofd. Beweeg met de cursortoetsen <up>...
Configuratie - Hoofdstuk 6 Hoofdmenu - Configuratie vervolg continued Submenu’s - Configuratie Wachtwoord C O N F I G U R A T I O N scherm 6 van 10 P A S SWOR D s e l e c t : Locatie scherm 7 van 10 C O N F I G U R A T I O N...
Pagina 37
Configuratie - Hoofdstuk 6 C O N F I G U R A T I O N Alarminstellingen A L A RM S E T T I NG S Laat de gebruiker toe om verschillende instellingen in te voeren of te wijzigen voor het activeren van Alarm 1 en s e l e c t : Alarm 2.
Pagina 38
Configuratie - Hoofdstuk 6 A L A R M S E T T I N G S Alarm 1 A L A RM 1 Hiermee kan de gebruiker alle parameters instellen voor het activeren van Alarm 1 (laagste alarmniveau). s e l e c t : Alarm 1 Status A L A R M 1 Gebruikt voor het in-en uitschakelen van de activering...
Pagina 39
Configuratie - Hoofdstuk 6 A L A R M 1 Alarm 1 Status A L A RM 1 S T A T E Gebruikt voor het in- en uitschakelen van de activering van Alarm 1. Standaardinstelling ingeschakeld. Druk op s e l e c t : de <set>-toets om verder te gaan.
Pagina 40
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 1 Inschakelen A L A R M 1 Gebruikt voor het bepalen van de inschakelvoorwaarde A L A RM 1 T R I GG E R voor activering van Alarm 1. Standaardinstelling is Groter Dan. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. s e l e c t : Het instrument zal de huidige instelling tonen.
Pagina 41
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 2 A L A R M S E T T I N G S Hiermee kan de gebruiker alle parameters instellen A L A RM 2 voor het activeren van Alarm 2 (hoogste alarmniveau). Volg voor alle verdere instellingen voor Alarm 2 de s e l e c t : procedures beschreven in het overeenkomstige gedeelte voor de instellingen van Alarm 1.
Pagina 42
Configuratie - Hoofdstuk 6 Taal C O N F I G U R A T I O N Gebruikt voor het selecteren van de gewenste taal voor L A NGU A G E de menubediening. Standaard op Engels ingesteld. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. s e l e c t : Het instrument zal de huidige taal tonen.
Pagina 43
Configuratie - Hoofdstuk 6 Automatische zelftest C O N F I G U R A T I O N De zelfdiagnose van het instrument voorziet een online A U T O S E L F T E S T preventieve zelftest voor de sensoren. Deze wordt automatisch om de 24 uur uitgevoerd, en kan worden s e l e c t : in- of uitgeschakeld.
Pagina 44
Configuratie - Hoofdstuk 6 Wachtwoord C O N F I G U R A T I O N Hiermee kan de gebruiker het wachtwoord ingeven of P A S SWOR D wijzigen. Af-fabriek wordt het wachtwoord op <000> ingeschakeld. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. s e l e c t : Het instrument zal het huidige wachtwoord tonen.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Nieuw sensortype C O N F I G U R A T I O N Hiermee kan de gebruiker het instrument afstellen N EW S E N S OR T Y P E voor een nieuw sensortype met een onderdeelnummer dat verschilt van de oude sensor. Zie hoofdstuk 8 voor s e l e c t : sensorinformatie.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Relais C O N F I G U R A T I O N Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of Alarm 1, Alarm R E L A Y S 2 en het foutrelais niet-bekrachtigd (normaal open contact) of bekrachtigd (normaal gesloten contact) zijn.
Configuratie - Hoofdstuk 6 Relaisstatus R E L A Y S Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of Alarm 1, Alarm R E L A Y S T A T E 2 en het foutrelais niet-bekrachtigd (normaal open contact) of bekrachtigd (normaal gesloten contact) s e l e c t : zijn.
Pagina 48
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarm 2 relais R E L A Y S T A T E Hiermee stelt de gebruiker de Relaisstatus A L A RM 2 R E L A Y van Alarm 2 in. Druk op de <set>-toets om verder te gaan. s e l e c t : Het instrument zal de huidige instelling tonen.
Pagina 49
Configuratie - Hoofdstuk 6 Alarmvertraging R E L A Y S Voor het vastleggen van een alarmvertraging A L A RM D E L A Y voor concentratiealarmen. Minimumwaarde is 0, maximuminstelling is 99,9 seconden. s e l e c t : Standaardinstelling is 3,0 seconden.
Pagina 50
Configuratie - Hoofdstuk 6 6-16 Satellite XT R-versie...
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Dit hoofdstuk helpt om de oorzaak van een storing of een waarschuwingstoestand te bepalen, en stelt een correctieve actie voor. Waarschuwings- en storingsmeldingen Er zijn twee algemene indicaties, waarschuwingen en storingen die verschillende acties vereisen. Neem contact op met onze MST-serviceafdeling voor bijkomende assistentie of voor storings-/waarschuwingsmeldingen die niet in dit hoofdstuk werden opgenomen.
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 7.1.2 Storingen Instrumentstoringen wijzen op een probleem dat het instrument belet om correct te werken, concentratiealarmen of de weergave ervan verhindert. Als het instrument een instrumentstoring detecteert, dooft de groene status-led en wordt het foutrelais geactiveerd. De lcd-display knippert en geeft een specifieke foutmelding aan. Storing - ADC niet klaar! - - - - F A U L T - - - - Dit wijst op een probleem met de interne elektronica.
Pagina 53
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Fout - Extractief! - - - Alleen voor instrumenten met Extractieve Module. Deze melding wijst op een probleem met de Extractieve Module. Controleer de voeding, de bemonsteringsbuizen, hun aansluitingen en de lijnfilter voor de bemonstering. Voer alle nodige correctieve handelingen uit. Als de melding blijft verschijnen, neem dan contact op met onze serviceafdeling voor verdere instructies.
Pagina 54
Problemen oplossen - Hoofdstuk 7 Satellite XT R-versie...
Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Reserveonderdelen en toebehoren Onderdeelnummer Omschrijving 9602.0050.10.03 Houder montagerail 9602.0050.10.02 Montageplaat DIN-rail, optie 9602.0051.10.01 L-vormige montageplaat met DIN-rail, optie 9602.0090 Sensoruitbreiding, 2 meter 9602.0091 Sensoruitbreiding, 3 meter 9602.0092 Sensoruitbreiding, 1 meter 9602.0095 IJkdop 9630-0413 Voeding 24 V DC 2,5 A uitgang, 230/115 V AC 9630-0414 Voeding 24 V DC 5 A uitgang, 230/115 V AC 9630-0415...
Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 VOEDING 24 V DC, 2,5 A UITGANG De 24 V DC, 2,5 A voeding wordt op een rail gemonteerd voor industriële toepassingen. Vereist voor de voeding van optionele in- of uitgangsmodules gebaseerd op een vrije topologische transmissietechnologie of andere externe controletoestellen. Om de stroomtoevoer te kunnen onderbreken, moeten een bescherming (zekering) en een isolatie worden voorzien.
Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Voeding 24 V DC, 5 A Uitgang De 24 V DC, 5 A voeding wordt op een rail gemonteerd voor industriële toepassingen. Vereist voor de voeding van optionele in- of uitgangsmodules gebaseerd op een vrije topologische transmissietechnologie of andere externe controletoestellen. Om de stroomtoevoer te kunnen onderbreken, moeten een bescherming (zekering) en een isolatie worden voorzien.
Referentie-informatie - Hoofdstuk 8 Voeding 24 V DC, 10 A Uitgang De 24 V DC, 10 A voeding wordt op een rail gemonteerd voor industriële toepassingen. Vereist voor de voeding van optionele in- of uitgangsmodules gebaseerd op een vrije topologische transmissietechnologie of andere externe controletoestellen. Om de stroomtoevoer te kunnen onderbreken, moeten een bescherming (zekering) en een isolatie worden voorzien.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Werkingsprincipe De Extractieve Module XT is een add-on module voor gebruik met de Satellite XT. Deze maakt het mogelijk om schadelijke gassen die moeilijk of niet toegankelijk zijn toch voortdurend te bewaken. De module kan zones tot op een afstand van 50 m bemonsteren. De stroom wordt via de Satellite XT toegevoerd.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Instrumentdesign Vooraanzicht met Extractieve Module XT aangesloten op Satellite XT. А Uitlaatleiding - Uitlaat A Exhaust Line - Outlet В Sensorhouder B Sensor Holder Extractive Satellite Satellite XT R-versie...
Pagina 63
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Zijaanzicht (links) Zijaanzicht (rechts) A Uitlaatleiding - Uitlaat B Sensorhouder B Sensorhouder D Sensorverbinding met Satellite XT C Bemonsteringsleiding - Gasinlaat E Aansluiting Extractieve Module XT en Satellite XT Inlet Outlet Bovenaanzicht (alleen Extractieve module XT) A Uitlaatleiding - Uitlaat B Sensorhouder C Bemonsteringsleiding - Gasinlaat...
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Montage De Extractieve Module XT is voorbereid voor montage op DIN-rail. Een passende mon- tagerail wordt met het instrument meegeleverd. Hiermee kunnen de Extractieve Module XT en de Satellite XT naast elkaar worden gemonteerd. Monteer deze rail tegen een muur met geschikte klemmen en schuif beide modules op de rail.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Sensor vervangen Deze procedure wordt gebruikt om een oude sensor door een nieuwe te vervangen. De vervangsensor moet hetzelfde onderdeelnummer hebben als de geïnstalleerde sensor. Druk op de <esc>-toets op het Satellite XT-toetsenbord. Geef het wachtwoord in om de Bewakingsmodus af te sluiten.
Extractieve Module XT - Optie - Hoofdstuk 9 Technische specificaties Stroomvereisten spanning stroom voorzien door Satellite XT verbruik 2.4 W Fysieke afmetingen afmetingen 78 x 95,5 x 50 mm (W x H x D) 3.1“ x 3.8“ x 2.0“ (W x H x D) gewicht 500 g 17.6 oz...
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.1 Werkingsprincipe De Pyrolyzer Module XT is een add-on module voor gasbewaking die pyrolytische bemonsteringsvoorbereiding vereist voor detecteerbaarheid. Deze module vereist zowel een Satellite XT als een Extractieve Module XT. De aangesloten Satellite XT toont de werkingsstatus van de module en voorziet de passende interface. Ieder instrument wordt slechts geconfigureerd voor het bewaken van de substantie die op het identificatielabel vermeld staat. Het instrument wordt geleverd met een bepaalde sensor die reeds is geïnstalleerd.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.4 Instrumentdesign De Pyrolyzer Module XT kan alleen in combinatie met de Satellite XT en de Extractieve Module XT worden bediend. De drie modules zijn voorbereid voor montage op DIN-rail. Figuur 2: Vooraanzicht van de volledige Pyrolyzer Module, Figuur 1: Zijaanzicht enkel van de de Extractieve Module en de Satellite XT. Pyrolyzer Module.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.5 Montage D e Pyrolyzer Module XT is voorbereid voor montage op DIN-rail. Met het instrument werd een geschikte montagerail meegeleverd. Monteer deze rail op een plat oppervlak met passende klemmen. Volg na montage van de rail de onderstaande stappen: 1. Schuif de Pyrolyzer Module XT op de rail die tegen de muur is gemonteerd, zie Figuur 4. Figuur 4 Figuur 4 2. Schuif de Extractieve Module XT op de rail op de voorkant van de Pyrolyzer Module XT, zie figuur 5.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.6 Buisaansluitingen Buizen zijn in PTFE of PFA met een buitendiameter van 6,35 mm en een binnendiameter van 4,76 mm. Lengte en binnendiameter van de bemonsteringsleiding zullen de reactietijd beïnvloeden. De lengte van de bemonsteringsbuizen moet zo kort mogelijk worden gehouden. Met een bemonsteringslijn-ID van 4,7 mm en een lengte van 10 mm zal de reactievertraging niet groter zijn dan 30 seconden.
Pyrolyzer Module XT - Optie - Hoofdstuk 10 10.9 Technische specificaties Stroomvereisten spanning 90 ... 240 V AC verbruik ong. 22 W / 2,13 A Fysieke afmetingen Afmetingen: 223 x 97 x 100 mm (B x H x D) 8,8” x 3,8” x 3,9” (‘B x H x D) Gewicht: 1.800 g Beschermingsklasse behuizing...
Pagina 72
Lincolnshire, IL 60069 Tel: +1 847 955 8200 Toll free: +1 800 538 0363 Fax: +1 847 955 8210 detectgas@honeywell.com Azië Pacific Honeywell Analytics Asia Pacific #508, Kolon Science Valley (I) 187-10 Guro-Dong, Guro-Gu Seoul, 152-050 Korea Tel: +82 (0)2 6909 0300 N.B.:...