Inhoudsopgave
Advertenties
R E L A Y S
R E L A Y S T A T E
s e l e c t :
R E L A Y S T A T E
A L A RM 1 R E L A Y
s e l e c t :
R E L A Y S T A T E
A L A RM 2 R E L A Y
s e l e c t :
R E L A Y S T A T E
F A U L T R E L A Y
s e l e c t :
R E L A Y S T A T E
A L A RM 1 R E L A Y
s e l e c t :
1
A L A R M 1 R E L A Y
D E E N E RG I Z E D / NO
s e l e c t :
A L A R M 1 R E L A Y
E N E RG I Z E D / N C
s e l e c t :
Satellite XT R-versie
1
o f
3
1
o f
3
2
o f
3
3
o f
3
o f
3
1
o f
2
2
o f
2
Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of Alarm 1, Alarm
2 en het foutrelais niet-bekrachtigd (normaal open
contact) of bekrachtigd (normaal gesloten contact)
zijn. Af-fabriek zijn de relais niet-bekrachtigd (normale
open contacten).
Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Voor het instellen van de Relaisstatus van Alarm 1.
Voor het instellen van de Relaisstatus van Alarm 2.
Voor het instellen van de status van het Storingsrelais.
Hiermee stelt de gebruiker de Relaisstatus van Alarm
1 in. Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Het instrument zal de huidige instelling tonen.
Definieert Relais Alarm 1 als niet-bekrachtigd
(normaal open contact). Druk op de cursortoetsen
<up> of <down> om te wijzigen.
Druk op de <set>-toets om te bevestigen, of druk op
de <esc>-toets om af te sluiten.
Definieert Relais Alarm 1 als bekrachtigd (normaal
gesloten contact). Druk op de cursortoetsen <up> of
<down> om te wijzigen. Druk op de <set>-toets om te
bevestigen, of druk op de <esc>-toets om af te sluiten.
Configuratie - Hoofdstuk 6
Relaisstatus
Alarm 1 relais
Alarm 2 relais
Foutrelais
Alarm 1 relais
Niet-bekrachtigd/ NO
Bekrachtigd/ NG
6-13
Advertenties
Inhoudsopgave
