Dit gedeelte geeft een basisoverzicht van het instrument en zijn werking.
1.1
Werkingsprincipe
De Satellite XT R-versie is een generisch gasbewakingsinstrument voor het detecteren van
een groot aantal schadelijke gassen. De stroom wordt geleverd via een lokale voeding van 12
tot 14 V DC.
D oelgas en meetbereik zijn afhankelijk van het type gekozen sensor. De sensor wordt geleverd
met de specifieke gegevens in het interne gegevensgeheugen.
De Satellite XT R-versie voorziet 3 eenpolige-eenwegsrelais voor het activeren van de
externe alarmapparaten. Wanneer de gasconcentratie de alarmdrempels overschrijdt, zal het
instrument het juiste alarmrelais activeren en een overeenkomstige boodschap tonen. Bij een
instrumentfout wordt ook een relais geactiveerd.
1.2
Werkingstoestanden
Er zijn vier verschillende werkingstoestanden voor de Satellite XT: de Bewakingsmodus,
de Onderhoudsmodus, de Waarschuwingsmodus en de Diagnostiek. Afhankelijk van de
geselecteerde werkingstoestand brandt, dooft of knippert de groene status-led.
1.2.1
Bewakingsmodus
De Bewakingsmodus is de standaard werkingsmodus van het instrument. In de
Bewakingsmodus controleert het instrument voortdurend op gevaarlijke gasconcentraties,
alarmdrempels en instrumentfouten.
De zelfdiagnose van het instrument biedt online preventieve onderhoudsinformatie, met de
identificatie van problemen met elektronica of sensoren, bijv. Iedere 24 uur wordt een zelftest
op een sensor uitgevoerd.
De groene led boven de <set>-toets brandt.
De instellingen voor Alarmniveau 1 en 2 worden automatisch geladen bij installatie van de
sensor. Standaardinstellingen zijn 1 x en 2 x de grenswaarden voor het doelgas. Met de
Alarminstelfunctie in het Configuratiemenu kan de gebruiker de alarmdrempels volgens eigen
behoefte aanpassen.
Wanneer de concentratie doelgas de vooraf ingestelde of aangepaste alarmdrempel
overschrijdt, zal het instrument deze concentratiealarmtoestand op de lcd-display tonen en de
bijhorende alarmrelais activeren.
1.2.1.1 Functie Alarmen terugzetten
Af-fabriek worden Alarm 1 en Alarm 2 voorgeprogrammeerd als "ingeschakeld" en
"vergrendeld". Bij een concentratiealarm zal de alarmindicatie met vergrendelde alarmen
actief blijven tot het alarm manueel wordt bevestigd door op de <set>-toets te drukken. Het
terugzetten van een alarm is niet mogelijk wanneer de alarmtoestand nog steeds actief is.
1.2.1.2 De Bewakingsmodus afsluiten
Het afsluiten van de Bewakingsmodus en de toegang tot de Onderhoudsmodus kunnen
beveiligd zijn met een wachtwoord. Om te voorkomen dat onbevoegden het instrument
ontregelen raden we u aan deze functie in te schakelen (zie Configuratiemenu/
Veiligheidsfunctie).
- Wachtwoord ingeschakeld:
Druk op de <esc>-toets om de Bewakingsmodus af te sluiten en een wachtwoord in te
geven. Het scherm om een wachtwoord in te voeren wordt een minuut getoond. Tijdens deze
periode blijft de Bewakingsmodus actief op de achtergrond. Na het invoeren van een correct
wachtwoord bevindt het instrument zich in de Onderhoudsmodus. Het bewaakt niet, de
groene led is gedoofd.
- Wachtwoord uitgeschakeld:
Druk op de <esc>-toets om de Bewakingsmodus af te sluiten. Het instrument bevindt zich nu
in de Onderhoudsmodus, het bewaakt niet, de groene led is gedoofd.
Satellite XT R-versie
Basiswerking – Hoofdstuk 1
1-1