C O N F I G U R A T I O N
R E L A Y S
s e l e c t :
1 0
R E L A Y S
R E L A Y S T A T E
s e l e c t :
R E L A Y S
A L A RM D E L A Y
s e l e c t :
R E L A Y S
F A U L T T R I GG E R
s e l e c t :
Satellite XT R-versie
Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of Alarm 1, Alarm
2 en het foutrelais niet-bekrachtigd (normaal open
contact) of bekrachtigd (normaal gesloten contact) zijn.
o f
1 0
Af-fabriek zijn de relais niet-bekrachtigd (normale open
contacten). Druk op de <set>-toets om verder te gaan.
Gebruikt om afzonderlijk te bepalen of een relais niet-
bekrachtigd (normaal open contact) of bekrachtigd
(normaal gesloten contact) is.
1
o f
3
Druk op de <set>-toets om naar het menu te gaan of op
de cursortoetsen <up> of <down> om binnen het menu
verder te gaan.
Gebruikt voor het vertragen van de relaisactivering bij
concentratiealarmen.
2
o f
3
Druk op de <set>-toets om naar het menu te gaan of op
de cursortoetsen <up> of <down> om binnen het menu
verder te gaan.
Gebruikt voor het bepalen van de
inschakelvoorwaarden voor het activeren van het
3
o f
3
Storingsrelais.
Druk op de <set>-toets om naar het menu te gaan of op
de cursortoetsen <up> of <down> om binnen het menu
verder te gaan.
Configuratie - Hoofdstuk 6
Relais
Relaisstatus
Alarmvertraging
Storingsactivering
6-12