8.4
Ammoniak (NH
8.4.1 1-punts kalibratie
Voorwaarde
Het door het toestel vastgestelde nulpunt en de steilheid worden weergege-
ven.
Met de toets
de gekalibreerde waarden overnemen of met toets
PGM
de waarde afkeuren.
EXIT
Het toestel gaat terug naar de meetmodus.
)- meetcel
3
- Het toestel moet op de voedingsspanning zijn aangesloten.
zie hoofdstuk 4 "Elektrische aansluiting", bladzijde 12 e.v.
- Er moet een combi-elektrode op de meetomvormer zijn aangesloten.
- De kalibratie moet vrijgegeven zijn,
zie hoofdstuk 6.7.1 "Niveaus van het beheerdersniveau", bladzijde 35.
- In de basisinstellingen moet als sensor "AMMONIAK NH3" geconfigureerd
zijn.
- De meetomvormer bevindt zich in de "meetmodus".
De combi-elektrode in een bufferoplossing zonder ammoniak dompelen.
De kalibratie starten (toets
indrukken of via het beheerdersniveau).
CAL
8 Kalibreren
77