6 Bedienen
6.7
Beheerdersniveau
34
"BEDIENINGSNIVEAU" kiezen.
Parameters van het bedieningsniveau en hun toelichting, zie hoofdstuk 11.1
"Parameters van het bedieningsniveau", bladzijde 80 e.v.
- Op dit niveau kunnen alle parameters worden bewerkt.
- Op dit niveau kan worden vastgelegd welke parameters een "normale"
bediener mag bewerken resp. welke kalibraties er uitgevoerd mogen wor-
den.
Bewerkbare parameters kunnen op het bedieningsniveau worden bewerkt.
Niet-bewerkbare parameters zijn op het bedieningsniveau gekenmerkt met
een sleutelsymbool
U kunt als volgt naar het beheerdersniveau gaan:
De toets
langer dan 3 seconden indrukken.
PGM
Met de toetsen
Toetsen
resp.
De toets
bevestigen.
PGM
.
resp.
"BEHEERDERSNIVEAU" kiezen.
het wachtwoord 300 invoeren.