Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

8 Kalibreren

8.1
pH-meetketen
Algemeen
Wanneer
kalibreren?
Kalibreren
starten
8.1.1 1-punts kalibratie
Voorwaarde
64
Voor de aanpassing van het toestel aan de pH-meetketen biedt het toestel
meerdere kalibratiemogelijkheden.
- De 1-punts kalibratie
Aanbeveling alleen bij speciale toepassingen, bijv. puur water.
- De 2-punts kalibratie
Aanbeveling als standaardmethode.
- De 3-punts kalibratie
Aanbeveling alleen bij speciale toepassingen waarbij zowel in het alkalische
als in het zure bereik verhoogde nauwkeurigheidseisen bestaan.
De pH-combi-elektrode (resp. glas- en referentie-elektrode) dient regelmatig
(afhankelijk van de meetvloeistof) te worden gereinigd en de meetomvormer te
worden gekalibreerd!
Het kalibreren kan als volgt worden gestart:
- door het indrukken van de toets
als dit op BEHEERDERSNIVEAU / WACHTWOORD / KALIB.-VRIJGAVE is
vrijgegeven.
- via BEHEERDERSNIVEAU / WACHTWOORD / KALIBRAT.-NIVEAU.
- via KALIBRAT.-NIVEAU
als dit op BEHEERDERSNIVEAU / WACHTWOORD / KALIB.-VRIJGAVE is
vrijgegeven.
Tijdens het kalibreren knippert het display.
De analoge uitgangen reageren zoals deze op BEDIENINGSNI-
VEAU / ANALOGE UITGANG x / BIJ KALIBRERING zijn geconfigu-
reerd.
De reactie van het relais hangt van de configuratie van de schakel-
uitgangen af!
- Het toestel moet op de voedingsspanning aangesloten zijn.
zie hoofdstuk 4 "Elektrische aansluiting", bladzijde 12 e.v.
- Er moet een combi-elektrode op de meetomvormer zijn aangesloten.
- In de basisinstellingen moet als sensor "PH-STANDAARD" geconfigureerd
zijn.
- De kalibratie moet zijn vrijgegeven,
zie hoofdstuk 6.7.1 "Niveaus van het beheerdersniveau", bladzijde 35.
,
CAL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave