8.2
pH-antimoon-meetketen
8.3
Redox-meetketen
Algemeen
Wanneer
kalbreren?
Kalibreren
starten
8.3.1 1-punts kalibratie
Voorwaarde
De kalibratie van antimoon-meetketens gebeurt analoog aan die van
"normale" pH-meetketens.
- Algemene informatie over de kalibratie zie "Algemeen", bladzijde 64.
- 1-punts kalibratie zie hoofdstuk 8.1.1 "1-punts kalibratie", bladzijde 64.
- 2-punts kalibratie zie hoofdstuk 8.1.2 "2-punts kalibratie", bladzijde 66.
- 3-punts kalibratie zie hoofdstuk 8.1.3 "3-punts kalibratie", bladzijde 68.
Voor de aanpassing van het toestel aan de redox-meetketen biedt het toestel
twee kalibratiemogelijkheden.
- De 1-punts kalibratie
Indien EENHEID "mV" is geconfigureerd.
- De 2-punts kalibratie
Indien EENHEID "%" of "KLANTSPECIFIEK" is geconfigureerd.
De redox-combi-elektrode (resp. metaal- en referentie-elektrode) dient regel-
matig (afhankelijk van de meetvloeistof) te worden gereinigd en de meetom-
vormer te worden gekalibreerd!
Het kalibreren kan als volgt worden gestart:
- door het indrukken van de toets
als dit op BEHEERDERSNIVEAU / WACHTWOORD / KALIB.-VRIJGAVE is
vrijgegeven.
- via BEHEERDERSNIVEAU / WACHTWOORD / KALIBRAT.-NIVEAU
- via KALIBRAT.-NIVEAU
als dit op BEHEERDERSNIVEAU / WACHTWOORD / KALIB.-VRIJGAVE is
vrijgegeven.
Tijdens het kalibreren knippert het display.
De analoge uitgangen reageren zoals het op BEDIENINGSNIVEAU
/ ANALOGE UITGANG x / BIJ KALIBRATIE is geconfigureerd.
De reactie van het relais hangt af van de configuratie van de ana-
loge uitgangen en de configuratie van de schakeluitgangen!
- Het toestel moet op de voedingsspanning zijn aangesloten.
zie hoofdstuk 4 "Elektrische aansluiting", bladzijde 12 e.v.
- Er moet een combi-elektrode moet op de meetomvormer zijn aangesloten.
- In de basisinstellingen moet als sensor "REDOX" en als EENHEID "mV" zijn
geconfigureerd.
8 Kalibreren
,
CAL
73