Pagina 1
Puntschrijver met tekst en LED-puntmatrix display B 70.6030.0 NL Gebruiksaanwijzing 3.06/00356562...
Pagina 2
Toetsfuncties - Snel papiertransport, indien registratiebedrijf gestopt (in basisstand) - Afbreken parameter- invoer (Exit) - Verlaten van het niveau - Start/Stop van de registratie - Bij waarde-invoer keuze van de kommaplaats - Bij tekstinvoer: snel kiezen karakters (verspringen naar “ “, “0“, “A“, “a“, “°“, “...
1 Inleiding Voorwoord Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat in bedrijf neemt. Bewaar deze gebruiksaanwijzing op een plek die voor alle gebruikers toegankelijk is. Help ons s.v.p. bij het verbeteren van deze gebruiksaanwijzing. Bij voorbaat dank voor de te nemen moeite. Voor Nederland: Telefoon(0294) 491493 Voor technische ondersteuning:...
1 Inleiding Opbouw van de documentatie De documentatie voor dit instrument bestaat uit de volgende onderdelen: Gebruiks- Deze gebruiksaanwijzing behoort tot de leveringsomvang. Deze is bedoeld aanwijzing voor de installateur en de gebruiker met een vakgerichte opleiding. B 70.60.30.0 NL Naast de montage en de elektrische aansluiting wordt er informatie gegeven omtrent de inbedrijfname, de bediening en parametrering op het instrument, de opties en de accessoires.
1 Inleiding Typografische conventies 1.3.1 Waarschuwingssymbolen De symbolen voor “voorzichtig” en “opgelet” worden in deze gebruiksaanwij- zing gebruikt onder de volgende omstandigheden: Voorzichtig Dit symbool wordt gebruikt wanneer er door het niet nauwkeurig opvolgen of geheel niet opvolgen van instructies persoonlijke schade kan ontstaan. Opgelet Dit symbool wordt gebruikt wanneer er door het niet nauwkeurig opvolgen of geheel niet opvolgen van instructies schade aan instrument of gegevens kan...
1 Inleiding 1.3.3 Weergave Toetsen Toetsen worden in een kader weergegeven. Mogelijk zijn zowel symbolen als h + E teksten. Bij meervoudige functie van een toets wordt telkens de tekst weerge- geven die hoort bij de momentele functie. Beeldschermteksten Programma- Teksten die in het setup-programma worden getoond worden cursief weerge- manager geven.
2 Beschrijving instrument Aanwijs- en bedieningselementen LED voor storingsmelding brandt zodra de registratie door papiereinde, stop via de stop- toets S of door een externe stop wordt onderbroken. 24decaden LED- Setup-interface Puntmatrix-display (achter opklapbare LED-puntmatrix) Drukknop Toetsen voor het bedienen en programmeren Deur voor openen en sluiten...
2 Beschrijving instrument Bedieningsprincipe Om de bediening en programmering van de puntschrijver overzichtelijk te hou- den zijn de afzonderlijke parameters en functies onderverdeeld in meerdere ni- veaus: - Basisstand - Bedieningsniveau - Parameterniveau - Configuratieniveau 1 - Configuratieniveau 2 - Configuratieniveau 3 De niveaus, parameters en subparameters zijn in een boomstructuur onderge- bracht.
Pagina 13
2 Beschrijving instrument Toets- Basisstand Gebruikersniveau Na correct codenummer functies in parameter- en confi- guratieniveaus Snel papiertransport - Afbreken van de - Afbreken parameter- wanneer registratiebe- parameterinvoer invoer drijf gestopt (Exit) - Verlaten niveau - Verlaten van het niveau Start/Stop Start/Stop Step van het registratiebedrijf...
2 Beschrijving instrument Voor alle wijzigingen van de parameters (subparameters) geldt: Bevestigen van Wanneer er geen subparameters aanwezig zijn dan zorgt het indrukken van E voor het opslaan van alle tot de parameter behorende gegevens in het parameters geheugen. Afbreken van de De programmering kan binnen een parameter door het indrukken van de toets e worden afgebroken.
Pagina 15
2 Beschrijving instrument Waarde-/tekst- Voor het invoeren van de waarden worden 5 toetsen gebruikt: invoer h kies de te wijzigen decade met de toetsen l en r h verhoog of verlaag de waarde van de gekozen decade met de toetsen h en h verschuif de komma met de toets S h bevestig de ingevoerde waarde met E Bij foutieve invoer volgt een foutmelding in het display...
Pagina 16
2 Beschrijving instrument Toetsenbord- Wanneer de puntschrijver met de optie “binaire ingangen” is uitgerust bestaat vergrendeling de mogelijkheid om het toetsenbord te vergrendelen door het sluiten van een ingang naar keuze in combinatie met de parameter Configuratieniveau 3 Toetsenbordvergrendeling. De volgende toetsen resp. functies zijn in de basisstand vergrendeld: - e Snel papiertransport wanneer het registratiebedrijf is gestopt - S Start/stop van het registratiebedrijf - F Functietoets voor het activeren van het afdrukken van de schaalverdeling...
Pagina 17
2 Beschrijving instrument Basisstand De puntschrijver bevindt zich na het activeren van de voedingsspanning en het initialiseren in de basisstand. De meetwaarden worden bepaald, verwerkt en geregistreerd. Op de 24-decaden LED-puntmatrix wordt aangewezen: - Instrumentidentificatie, datum en tijd - Kanaalnummers en meetwaarden (incl. eenheid) van alle actieve kanalen (per paar) - Kanaalnummer, beschrijving en meetwaarde (incl.
Pagina 18
2 Beschrijving instrument Voorbeeld basisstand bij een 6-kanaals instrument GEBOUW 28 30.10.97 08 : 54 Aanwijzing identificatie, datum en tijd 1 -5.321m/h 2 +34.67°C Aanwijzing eerste 2 kanalen in een overzicht 3 +76.20°C 4 +20.35bar Aanwijzing volgende 2 kanalen in een overzicht 5 +35.08°C 6 +007.4U/m Aanwijzing volgende 2 kanalen in een overzicht...
Pagina 19
De toegangscodes kunnen met het setup-programma (Wijzigen Toegangscodes …) of op het instrument worden ge- wijzigd. v Hoofdstuk4.2 „Tabel configuratieparameters“ De oorspronkelijke JUMO-toegangscodes worden bij het invoeren van een eigen toegangscode overschreven en zijn daarna niet lan- ger meer geldig.
Pagina 20
2 Beschrijving instrument Wanneer voor de beide toegangscodes dezelfde getallen worden ingevoerd dan wordt deze toegangscode als toegangscode voor de volledige parameterset geïnterpreteerd. De relais van de externe relaismodule ER8 blijven in de actuele toe- stand staan. Deze worden pas weer aangestuurd wanneer de punt- schrijver zich in het gebruikersniveau of in de basisstand bevindt.
Pagina 21
2 Beschrijving instrument Configuratie- In configuratieniveau 2 komt met vanuit configuratieniveau 1 met behulp van de toetsen h + R, vanuit configuratieniveau 3 met e. niveau 2 Wanneer bij het oproepen van het parameterniveau een juiste toe- gangscode wordt ingevoerd dan worden de meetwaardebepaling en -registratie in dit niveau onderbroken.
Pagina 22
2 Beschrijving instrument In configuratieniveau 3 komt men vanuit configuratieniveau 2 met de toetsen h Configuratie- + R. niveau 3 Wanneer bij het oproepen van het parameterniveau een juiste toe- gangscode wordt ingevoerd dan worden de meetwaardebepaling en -registratie in dit niveau onderbroken. De parameters kunnen worden uitgelezen en gewijzigd.
3 Bediening en visualisering De puntschrijver heeft een groot aantal mogelijkheden om de aangesloten meetwaarden in heldere vorm op het registratiepapier weer te geven, te bewa- ken en te besturen. De volgende functies staan ter beschikking: - grenswaardebewaking via grenswaardecontact - open-collector uitgangen - verschillende papiersnelheden - grafisch afdrukken...
Pagina 24
3 Bediening en visualisering Lk-functie: lk8 Naast het afdrukken van de tekst kan het resultaat van de grenswaardecon- tacten 1 t/m 3 naar de open-collector uitgangen 1 t/m 3 en van de grenswaar- decontacten 1 t/m 8 naar de relaisuitgangen 1 t/m 8 worden doorgestuurd. De relaisuitgangen zijn als optie (ER8) leverbaar.
3 Bediening en visualisering Open-collector uitgangen De puntschrijver is uitgerust met vier open-collector uitgangen. De uitgangen 1 t/m 3 zijn vast toegekend aan de grenswaardecontacten 1 t/m 3, uitgang 4 dient als storingsmelding. Met behulp van de parameter Configuratieniveau 2 Open-Collector kunnen de uitgangen worden geactiveerd.
3 Bediening en visualisering Verschillende papiersnelheden Om te waarborgen dat het meetresultaat altijd optimaal op het registratiepa- pier kan worden geïnterpreteerd is de puntschrijver uitgerust met verschillende papiersnelheden. Normale papier- Het papier wordt met de onder de parameter Bedieningsniveau Papiersnel- snelheid heid geprogrammeerde snelheid getransporteerd.
3 Bediening en visualisering Grafisch afdrukken De puntschrijver heeft een printkop die onafhankelijk van het aantal kanalen altijd is uitgerust met 6 stiften. Bij de 3-kanaals uitvoering is de kleurvolgorde violet, rood, zwart, violet, rood, zwart. Bij de 6-kanaals uitvoering violet, rood, zwart, groen, blauw, bruin.
Pagina 28
3 Bediening en visualisering Voorbeeld: Wanneer drie curven over elkaar vallen wordt door het afwisselen afdrukken geen enkel punt meerdere malen afgedrukt maar worden de punten voor de afzonderlijke kanalen afwisselend afgedrukt.
3 Bediening en visualisering 3.4.1 Meetwaardecurven Default worden alle meetwaardecurven over de gehele papierbreedte afge- drukt. Via de parameters Zoom en Weergavebereik bestaat de mogelijkheid om het afdrukken te beinvloeden. Zoom Met de Zoom-functie kan een deel van het totale meetbereik vergroot worden geregistreerd.
3 Bediening en visualisering Kleur- De kleuren waarin de meetwaardecurven worden afgedrukt kunnen met be- toekenning hulp van het setup-programma worden ingesteld. In de basisinstelling worden bij 3-kanaals instrumenten de kleuren violet, rood en zwart aan de kanalen 1 t/m 3 toegekend. Bij toepassing van een 6-kanaals instrument komen daar de kleuren groen, blauw en bruin voor de kanalen 4 t/m 6 bij.
3 Bediening en visualisering Tekst afdrukken De puntschrijver kan naast de diagramlijnen ook tekst afdrukken. Het afdruk- ken van tekst is bedoeld als commentaar bij het diagram en als registratie van events. De karakters worden puntsgewijs in een 7 x 9 matrix afgedrukt. 3.5.1 Afdrukprioriteiten Er zijn verschillende typen tekst waaraan via het setup-programma prioriteiten...
Pagina 32
3 Bediening en visualisering Voorbeeld: Van 12:00 tot 12:05 wordt een rapport met de hoogste prioriteit afgedrukt. Om 12:2 wordt een grenswaarde overschreden zodat de daarbij behorende tekst moet worden afgedrukt. Omdat het afdrukken op dat moment niet mogelijk is wordt deze pas na het beeindigen van het afdrukken van het rapport afge- drukt.
Pagina 33
3 Bediening en visualisering van de registratie niet alsnog uitgevoerd. Uitzondering: de vraag naar het af- drukken van een rapport wordt gedurende een stop-toestand niet gewist. Het rapport wordt afgedrukt na het opheffen van de stop. WAnneer echter een stop het afdrukken van een rapport onderbreekt dan wordt ook deze na het opnieuw starten van de registratie niet meer afgedrukt.
3 Bediening en visualisering 3.5.2 Afdrukmodi Teksten kunnen in twee modi worden afgedrukt: - Meetwaardecurve onderbreken (Outplot) - Meetwaardecurve overschrijven (Inplot) Meetwaarde- De tekst wordt zo snel mogelijk afgedrukt. Gedurende het afdrukken van de curve tekst volgt geen registratie van de meetwaarden en event-lijnen. De papier- onderbreken snelheid wordt geoptimaliseerd voor het tekstafdrukken.
3 Bediening en visualisering Nadeel: - Het afdrukken van tekst kan zeer lang duren - Het afdrukken van andere teksten wordt geblokkeerd - De tekst wordt niet afgedrukt bij de papiersnelheid 0mm/h 3.5.3 Wachtrij bij het afdrukken van tekst Externe teksten, binair gekoppelde externe teksten, grenswaardecontact-tek- sten voor grenswaarde-onder- en overschrijdingen plus event-teksten worden in een wachtrij gezet.
3 Bediening en visualisering 3.5.4 Grenswaardecontact-tekst, externe tekst, binair gekoppelde tekst Grenswaarde- Grenswaardecontact-teksten kunnen worden afgedrukt. Daarvoor moet de contactteksten parameter Configuratieniveau 1 Grenswaardecontact GW-tekst-status op AAN zijn ingesteld en de bijbehorende tekst zijn ingevoerd. Iedere keer wanneer een grenswaarde wordt over- of onderschreden volgt het afdrukken van de betreffende tekst.
Pagina 37
3 Bediening en visualisering Binair ge- Decimaal getal / tekst 0000 0001 0010 0011 0100 0101 0110 0111 1000 1001 1010 1011 1100 1101 1110 1111 1e binaire ingang 4e binaire ingang Activeren volgt via de parameter Configuratieniveau 3 Binair gekoppelde ex- terne tekst.
3 Bediening en visualisering 3.5.5 Rapport Het rapport dient voor het aanmaken van een statistiek betreffende de meet- waarden gerelateerd aan een definieerbare tijdsperiode (protocol). Over deze tijd worden de minimum, maximum en gemiddelde waarde van de meetsignalen berekend. Het resultaat wordt aan het einde van het protocol in de vorm van een tabel afgedrukt.
Pagina 39
3 Bediening en visualisering Extern rapport Het externe rapport wordt door een selecteerbare binaire ingang gestuurd. Naast de parameter Configuratieniveau 2 Rapport (EXTERN CONTACT) moet via de parameter Configuratieniveau 3 Extern rapport de gewenste bi- naire ingang (bijv. BIN.ING.6) worden gekozen. Wanneer de binaire ingang wordt gesloten dan begint de protocolperiode.
Pagina 40
3 Bediening en visualisering Algemeen geldt voor het rapport: - Wanneer de puntschrijver aan het einde van de protocolperiode is uitge- schakeld dan vervalt het afdrukken. Hetzelfde geldt wanneer het instrument via het toetsenbord opnieuw wordt geconfigureerd of wanneer de setup-connector is geplaatst. - Wanneer het afdrukken van een rapport door een stop, een nieuwe config- uratie, de setup, een testafdruk of een service-afdruk wordt afgebroken dan wordt het afdrukken na het opnieuw starten van de registratie niet voort-...
3 Bediening en visualisering 3.5.6 Omschakeling van de papiersnelheid Iedere keer omschakelen van de papiersnelheid wordt door het afdrukken van een lijn, de momentele tijd en de nieuwe papiersnelheid geprotocolleerd wan- neer de parameter “afdrukken papiersnelheid” op AAN is ingesteld (Configura- tieniveau 2 Afdrukken snelheidsverandering).
3 Bediening en visualisering Door het vastleggen van de afdrukprioriteit voor de tekst bij Pa- piersnelheidsomschakeling wordt niet alleen het afdrukken van de omschakelingsmarkering maar ook de omschakeling zelf bein- vloed. v Hoofdstuk3.5.1 „Afdrukprioriteiten“ Zolang een tekst met hogere prioriteit wordt afgedrukt vindt er geen omschakeling plaats wanneer de parameter Configuratieni- veau 2 Afdrukken snelheidsverandering op AAN is ingesteld.
3 Bediening en visualisering 3.5.8 Schaalverdeling De schaalverdeling kan op twee verschillende manieren worden afgedrukt: cyclisch: van ieder kanaal in een configureerbare afstand (Configuratieniveau 2 Afdrukken schaalverdeling) getriggerd: van alle kanalen na een druk op een toets (F-toets min. 4 s indrukken) of door het sluiten van een binaire ingang (Configuratieniveau 3 Externe schaalverdeling)
Pagina 44
3 Bediening en visualisering Voorbeeld: - Kanaal 3 - Weergavebereik: 0 … 100mm - Grenswaarde grenswaardecontact bij 200 en 500°C Voorbeeld: - Kanaal 2 - Weergavebereik beperkt: 50 … 100mm - Grenswaarde grenswaardecontact bij 300V...
Pagina 45
3 Bediening en visualisering Om de getriggerde schaalverdelings-afdruk te starten moet de F-toets ten- Getriggerde afdruk minste 4 s lang worden ingedrukt. schaalverdeling Naar keuze kan de getriggerde schaalverdelings-afdruk ook via een binaire in- gang (optie) worden gestart. De schaalverdelingen van alle kanalen waarvan de schrijfstatus is ingescha- keld worden afgedrukt.
3 Bediening en visualisering 3.5.9 Tijd Het afdrukken volgt cyclisch met configureerbare afstand (Configuratieniveau Afdrukken tijd). Instelbare afstanden: - ca. 2cm - ca. 4cm - ca. 6cm - niet afdrukken De afstanden zijn onafhankelijk van de ingestelde papiersnelheid. Om te waar- borgen dat er geen “vreemde”...
3 Bediening en visualisering 3.5.10 Afdrukken van de kanaalnummers Om ervoor te zorgen dat meetwaarden nog duidelijker aan een kanaal kunnen worden toegekend kan het kanaalnummer in de kleur van het kanaal naast de meetwaardecurve worden afgedrukt. De afdruk volgt cyclisch in een configu- reerbare afstand (Configuratieniveau 2 Afdrukken kanaalnummer).
3 Bediening en visualisering 3.5.12 Verhogen van de twee event-tellers De event-teller wordt aan een willekeurige binaire ingang toegekend. Iedere keer dat de bijbehorende binaire ingang sluit wordt de event-teller verhoogd. Deze kan via het setup-programma en via de toetsen op het instrument voor- ingesteld worden (Configuratieniveau 3 Event-teller).
3 Bediening en visualisering 3.5.13 Testafdruk De testafdruk kan uitsluitend via het toetsenbord van de puntschrijver worden geactiveerd (Bedieningsniveau Testafdruk). Hiermee kan het functioneren van het afdruksysteem en de printkop worden gecontroleerd. De testafdruk duurt tot deze via Testafdruk = Uit weer wordt beëindigd.
3 Bediening en visualisering 3.5.14 Service-afdruk De service-afdruk kan uitsluitend via het toetsenbord van de puntschrijver worden geactiveerd (Bedieningsniveau Service-afdruk). De actuele datum en tijd, de software-versie, het aantal voedingsspannings- onderbrekingen, de totale bedrijfstijd van het instrument in uren en de actuele standen van de beide event-tellers worden afgedrukt.
3 Bediening en visualisering Kleurtoekenning Met behulp van het setup-programma kunnen de kleuren worden gekozen die bij het afdrukken worden gebruikt. De keuze bestaat voor: - Meetwaardecurven - Event-lijnen - Instrument-identificatie - Externe tekst - Binair gekoppelde externe tekst - Event-teksten / event-teller Teksten die bij een kanaal behoren (bijv.
3 Bediening en visualisering Relatie tussen meetbereik en schaalverdeling De puntschrijver biedt de mogelijkheid om onderscheid te maken tussen het meetbereik van de aangesloten ingangssignalen en de schaalverdeling op het registratiepapier. Wanneer de parameter Configuratieniveau 1 Meetingang Karakteristiek niet op lineair, X1 of X2 wordt geprogrammeerd, dan wordt het gekozen meet- bereik automatisch voor de schaalverdeling gebruikt.
4 Configuratietabel Bedieningsvoorbeelden Voorbeeld 1 De datum, de tijd en de dag van de week moeten worden geprogrammeerd. Toets Aanwijzing Beschrijving 5 OMG.TEMP. +35.08° Instrument staat in de basisstand Bedieningsniveau oproepen BEDIENINGSNIVEAU Procedure toegangscode starten CODE: 9200 9200 met behulp van de toetsen l, r, h, R invoeren Invoer toegangscode afsluiten PARAMETERNIVEAU...
Pagina 54
Configuratieniveau 2 oproepen CONFIGURATIENIVEAU 2 1e parameter binnen het niveau op- roepen INSTRUMENTNAAM Te wijzigen parameter oproepen TEKST: LOGOPRINT 500 Instrumentnaam met behulp van de toetsen l, r, h, R en S invoeren Instrumentnaam bevestigen INSTRUMENTNAAM Parameterinvoer beëindigd Niveau verlaten...
4 Configuratietabel Tabel configuratieparameters In de volgende tabel zijn alle parameters van het instrument in tabelvorm opge- somd. De volgorde waarin de parameters worden beschreven komt overeen met de volgorde waarin deze in het instrument voorkomen. In de eerste kolom van de tabel is de “route” via de niveaus naar de betreffende parameter toe beschreven.
4 Configuratietabel 4.2.2 Parameterniveau Parameter Waarde/keuze Beschrijving Taal Parameterniveau Taal kiezen Taal Taal: DEUTSCH De taalinstelling heeft ef- ENGLISCH fect op alle niet program- FRANZÖSISCH meerbare teksten in het in- strument die worden afge- drukt of getoond. Datum & Tijd Parameterniveau Programmering van Datum &...
4 Configuratietabel 4.2.3 Configuratieniveau 1 Parameter Waarde/keuze Beschrijving Schrijfstatus Configuratieniveau 1 Instelling voor ieder schrijf- Schrijfstatus kanaal of de meetwaarde- X schrijfstatus 1 … 3 resp. 1 … 6 curve in diagramvorm afge- drukt moet worden en in de Status: AAN, UIT statistiektabel (rapport) ver- schijnt of niet.
Pagina 62
4 Configuratietabel Parameter Waarde/keuze Beschrijving Grensw.b.: -9999 … +9999 Bovenste grenswaarde in- voeren indien status is Zoom Configuratieniveau 1 Zoom X Zoom: 1 … 3 resp. 1 … 6 Referentiekanaal kiezen Zoom-aanv.: 0 … 90 Aanvang weergave van de meetwaarde invoeren (in procenten van het meetbe- reik) Zoom-einde:...
Pagina 64
4 Configuratietabel Parameter Waarde/keuze Beschrijving Tekst: 16 karakters „Net-uit“-tekst invoeren Afdrukken van de Configuratieniveau 2 Vastleggen met welke re- schaalverdeling Afdrukken schaalverd. gelmatige afstand de Afstand: UIT, 30, 60, 90cm schaalverdeling in het dia- gram moet worden afge- drukt Afdrukken van de Configuratieniveau 2 Vastleggen met welke af- tijd...
Pagina 65
4 Configuratietabel Parameter Waarde/keuze Beschrijving Configuratieniveau 2 Het rapport volgt via een bi- Rapport naire ingang Type:EXTERN (Configuratieniveau 3 ! CONTACT Extern rapport) Begintekst Configuratieniveau 2 Begintekst Status: UIT, AAN Status voor het afdrukken van de begintekst kiezen (bij UIT vervalt het invoeren van tekst hierna) Tekst: 16 karakters...
5 Uitvoering instrument identificeren Beschrijving instrument De puntschrijver is naar keuze uitgevoerd met 3 of 6 meetingangen die galva- nisch ten opzicht van elkaar zijn gescheiden. Het registreren van de meet- waardelijnen kan worden ondersteund door het afdrukken van tekst. De programmering van het instrument is via 8 toetsen op het front mogelijk of via een PC setup-programma.
6 Montage Montageplaats en klimatologische omstandigheden De montageplaats moet zo tillingsvrij mogelijk zijn. Elektromagnetische stoor- velden, veroorzaakt door bijv. motoren, transformatoren enz., moeten zo moge- lijk worden vermeden. De omgevingstemperatuur mag op de toepassingsplaats 0...+50°C bedragen bij een relatieve vochtigheid van 20...70% zonder condensvorming. Agressieve lucht resp.
Pagina 72
6 Montage h De puntschrijver wordt van voren in de paneeluitsparing geschoven Inbouw h Aan de achterzijde van het paneel de twee bevestigingselementen in de uit- sparingen aan de zijkant van de behuizing plaatsen. Daarbij moeten de vlakke zijden van de bevestigingselementen tegen de behuizing liggen. h De bevestigingselementen tegen de achterzijde van het paneel plaatsen en gelijkmatig spannen.
7 Elektrische aansluiting Installatie-instructies Zowel bij de keuze van het kabelmateriaal, bij de installatie als ook bij de elektrische aansluiting van het instrument moeten de voorschriften con- form VDE 0100 „Bestimmungen über das Errichten von Starkstromanla- gen mit Nennspannungen unter 1000V“ resp. de geldende nationale voorschriften worden aangehouden.
7 Elektrische aansluiting Technische gegevens Ingang thermo- Meetbereik Linearisatienauwkeurigheidva element Fe-CuNi „L“ -200 … +900°C ±0,2% Fe-CuNi „J“ DIN EN 60584 -210 … +1200°C ±0,2% vanaf -200°C Cu-CuNi „U“ -200 … +600°C ±0,3% Cu-CuNi „T“ DIN EN 60584 -270 … +400°C ±0,5% vanaf -200°C NiCr-Ni „K“...
Pagina 75
7 Elektrische aansluiting Meetbereiksaanvang/eindw. binnen de grenzen in 0,1 K-stappen willekeurig programmeerbaar Meettijd bij 3 kanalen < 2s; bij 6 kanalen < 4s Ingangsfilter digitaal filter 2e klasse; filterconstante instelbaar van 0 … 50s Bijzonderheden ook in °F programmeerbaar, klantspecifieke linearisering Ingang Meetbereik Nauwkeurigheid...
Pagina 76
7 Elektrische aansluiting Sensorbreuk / Kortsluiting Breuk kortsluiting Thermo-element wordt niet herkend wordt herkend Weerstandsthermometer wordt herkend wordt herkend Weerstandssensor wordt herkend wordt herkend Potentiometer wordt niet herkend wordt herkend Spanning tot ± 1V wordt niet herkend wordt herkend Spanning > ± 1V wordt niet herkend wordt niet herkend Stroom...
7 Elektrische aansluiting Elektrische Voedingsspanning AC 48 … 63Hz, 110 … 240V +10/-15% of specificaties UC 0/40 … 63Hz, 20 … 53V +0/-0% Testspanningen conform DIN EN 61 010, deel 1 maart 1994 (typebeproeving) overspanningscategorie II, vervuilingsgraad 2 voedingscircuit t.o.v. bij voedingsspanning AC 2,3kV/50Hz, 1min, meetcircuit bij voedingsspanning UC 510V/50Hz, 1min...
8 Inbedrijfname Openen en sluiten van de behuizingsdeur Druk op de behuizing tot er een klik te horen is zoals in de afbeelding getoond wordt om de deur te openen en te sluiten. Beletteren van de meetplaats-identificatieplaat Na het openen van de deur kan de identificatieplaat worden verwijderd en kun- nen de kanaalgegevens zoals bijv.
8 Inbedrijfname Plaatsen van de afdrukkop h Deur openen h Registratiebedrijf stoppen (S-toets indrukken) In de stoptoestand wordt de afdrukkop altijd naar het midden van de registratiebreedte gebracht. h Display radiaal naar boven zwenken h Afdrukkop tot aan de aanslag in de houder schuiven h Display naar beneden zwenken tot deze borgt h Registratiebedrijf weer starten (S-toets indrukken)
9 Verbruiksmateriaal Papiercassette uitnemen en plaatsen...
Pagina 87
9 Verbruiksmateriaal - Let er bij het inzetten van de papiercassette op, dat u de cassette in het midden van de afscheurlineaal - leiden met duim en wijsvinger - in de gleuf, met lichte druk naar boven, inzetten, tot de vergrendelingshendels ineensluiten. - Na het inzetten moet de papiersnelheid meteen met het spannen van het papier beginnen (Snelheid van ca.
10 Opties en toebehoren 10.2 „8 binaire ingangen“, „Interface voor ER8“, „Spanningsuitgang“ Als opties zijn acht binaire ingangen, de seriële interface voor de externe re- laismodule ER8 en een galvanisch gescheiden voeding voor 2-draads meet- versterkers ter beschikking. De acht binaire ingangen kunnen via potentiaalvrije contacten of met de vol- gende spanningsniveaus worden aangestuurd: niet actief 0 …...
10 Opties en toebehoren 10.3 Externe relaismodule ER8 Met de externe relaismodule ER 8 wordt de puntschrijver uitgebreid met acht schakelende uitgangen. De relais 1 t/m 8 zijn vast toegekend aan de grenswaardecontacten 1 t/m 8 (grenswaardetoestand). Alleen wanneer een relais is geactiveerd (Configura- tieniveau 3 Relaisuitgang Status = AAN), wordt de bijbehorende grens-...
Pagina 94
10 Opties en toebehoren Verbinding met ER8 L1 N (L+) (L-) Power ER 8 Error RxD RxD TxD GND...
10 Opties en toebehoren 10.4 Setup-programma Met het setup-programma voor de puntschrijver kan het instrument comfortabel met een IBM-PC compatibel PC worden geconfigureerd. De volgende functies staan ter beschikking voor het bedienen en programme- ren van de puntschrijver: - instelling verschillende afdrukkleuren - afdrukmodus en prioriteiten - instelling welke parameters op de puntschrijver kunnen worden ingesteld.
Pagina 96
10 Opties en toebehoren Het setup-programma wordt met een installatieprogramma voor Microsoft Win- dows geïnstalleerd. De bediening van het setup-programma wordt in de installatiehelp (B 95.4012.3) en de Windows online-help beschreven. Met behulp van het setup-programma kunnen alle parameters van de punt- schrijver worden geprogrammeerd.
10 Opties en toebehoren 10.5 Wiskundige en logische module Wanneer de wiskundige en logische module niet actief is dan worden de op de meetingangen gemeten signalen overeenkomstig de configuratie van de meet- ingangen geregistreerd. Wanneer de wiskundige en logische module is geacti- veerd dan kunnen de gemeten signalen wiskundig worden gekoppeld.
10 Opties en toebehoren 10.6 Interface (RS422/RS485) Deze interface is bedoeld voor communicatie met een systeem van hoger ni- veau (bijv. een bussysteem). Het betreft hier niet de setup-interface via welke gegevens worden overgedragen tussen het setup-programma en de punt- schrijver.
11 Trouble-shooting 11.1 Wat te doen, indien … Aanwijzing of afdruk - De waarde bevindt zich buiten het meetbereik (Out Of Range) „>>>>>>“ - De sensor is verkeerd aangesloten - De meetingangen zijn onjuist geconfigureerd - Sensorbreuk In plaats van een waarde - De waarde kan niet meer worden weergegeven: wordt: de schaalverdeling met het setup-programma wijzigen,...
Pagina 100
11 Trouble-shooting Papierrol wordt - De papiercassette is niet juist ingezet niet getransporteerd vHoofdstuk 9.2 „Papiercassette uitnemen en plaatsen“ - De afwikkelrol is niet juist in de papiercassette vastgeklikt vHoofdstuk 9.2.1 „Papierrol verwisselen“ - De papier-snelheid is op 0mm/h geprogrammeerd vHoofdstuk 4.2 „Tabel configuratieparameters“...
12 Appendix 12.1 Foutmeldingen Alle foutmeldingen worden met regelmatige tussenpozen knipperend in het LED-puntmatrix display getoond. De andere instrumentfuncties worden daardoor zover mogelijk niet beïnvloed. Display Oorzaak / oplossing Toestandsmelding GEEN PAPIER! - De papiercassette is verwijderd of het einde van het registratiepapier is bereikt.
Pagina 102
12 Appendix Display Oorzaak / oplossing Fout bij parameterinvoer! FOUT! - Papiersnelheid buiten het bereik van 0...720 mm/h. De invoer moet worden herhaal. Geef een waarde in die binnen het waardebereik ligt. - Datum is ongeldig. Er is een ongeldige datum ingevoerd. De invoer moet worden herhaald.
12 Appendix 12.2 Hardware-fout Wanneer een van de volgende fouten optreedt dan wordt de registratie afge- broken en de foutmelding wordt knipperend getoond. De relais worden net zoals bij een sensorbreuk aangestuurd. Het instrument reageert op geen enkele event en kan ook niet meer worden bediend. Neem contact op met uw vertegenwoordiging of met ons hoofdkantoor.
12 Appendix 12.3 Statusmeldingen De volgende statusmeldingen worden in het LED puntmatrix display getoond: Display Beschrijving INITIALISATIE - De puntschrijver wordt geïnitialiseerd STOP - De puntschrijver bevindt zich in de stop- toestand omdat de S-toets is ingedrukt. EXTERNE STOP - De puntschrijver bevindt zich in de stop- toestand omdat de “externe stop”...