RICHTLIJN VOOR HET STARTEN
Temperatuur
Boven 25 °C (77 °F)
15 °C – 25 °C (59 °F – 77 °F)
Onder 15 °C (59 °F)
Opwarmen
Laat de motor ongeveer drie minuten lang met laag toerental draaien zodat hij kan opwarmen voordat u gaat
varen. De olie kan zo goed door de motor circuleren, wat belangrijk is omdat de motor anders aanzienlijk
minder lang zal meegaan. Controleer tijdens opwarmen of er koelwater uit het indicatiegat van de waterpomp
stroomt.
BELANGRIJK: Als er geen koelwater naar buiten komt en de motor blijft draaien, kan hij oververhit raken, met
motorschade tot gevolg.
a
b
a -
waterpompindicator
b -
afvoeropening koelwater
Schakelen
VOORUIT
BELANGRIJK: Schakelen bij een hoog motortoerental kan gevaarlijk zijn. Neem voordat u schakelt gas terug,
totdat u langzaam vaart of tot het toerental stationair is.
nld
BEDIENING
Startprocedure
Zet de gasgreep in de uitgangspositie. Trek de chokeknop uit en trek de
trekstarter een keer uit. Draai de gasgreep naar de startpositie, duw de
chokeknop terug en trek aan de trekstarter totdat de motor aanslaat.
Draai de gasgreep in de startstand. Trek de chokeknop uit en trek de
trekstarter een keer uit. Duw de chokeknop terug en trek aan de trekstarter
totdat de motor aanslaat.
Draai de gasgreep in de startstand. Trek de chokeknop uit en trek aan de
trekstarter totdat er verbranding plaatsvindt. Duw de chokeknop terug en
trek aan de trekstarter totdat de motor aanslaat.
53
37514