3.
Laat de knop los nadat de motor is aangeslagen.
4.
Modellen met afstandsbediening: Steek de contactsleutel in het slot, duw hem in en draai naar de
startstand.
NB: Als u een warme motor start, hoeft u de sleutel niet in te drukken; draai deze dan gewoon naar de
startstand.
a
5.
Zodra de motor start laat u de sleutel los, hij keert automatisch terug naar de stand Run.
6.
Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals. Als
de motor begint te haperen, nogmaals voorinspuiten (op sleutel drukken) tot de motor loopt.
BELANGRIJK: GEVAAR VAN PLOTSELING VERSNELLEN: Voordat u de buitenboordmotor uit neutraal
schakelt, moet u het motortoerental tot langzaam laten dalen. Dat voorkomt een plotselinge versnelling
waardoor opvarenden uit hun stoel of uit de boot geslingerd kunnen worden, hetgeen (soms dodelijk) letsel
zou kunnen veroorzaken.
BEDIENING
a -
aan
b -
start
b
37717
52
37524
nld