FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
VAARPOSITIE VOOR ONDIEP WATER
Draai de hendel voor achteruitvergrendeling naar de ontgrendelde zijde en klap de motor omhoog om deze in
te stellen op de vaarpositie voor ondiep water.
OMLAAG KLAPPEN VANUIT VAARPOSITIE VOOR ONDIEP WATER
Draai de hendel voor achteruitvergrendeling naar de vergrendelde zijde, breng de motor iets omhoog en laat
hem zakken. De achteruitvergrendeling gebeurt automatisch.
BELANGRIJK: In de ondiepwaterstand mag de buitenboordmotor niet in achteruit worden gebruikt. Laat de
buitenboordmotor met laag toerental draaien en houd de koelwaterinlaat onder water.
Trimafstelling
U kunt de trimpositie van de motor instellen volgens de spiegelhoek en belasting van uw boot. Zorg dat de
antiventilatieplaat parallel aan het wateroppervlak ligt tijdens het varen.
•
Goede trimpositie: Houd de trimpositiepen haaks op de waterspiegel om uw boot horizontaal te
houden tijdens het varen.
•
Omlaag trimmen: Als de boeg te ver omhoog komt zodat de vaarstabiliteit afneemt, zet u de
trimpositiepen omlaag.
a -
hendel achteruitvergrendeling
a
37535
a -
hendel achteruitvergrendeling
a
37537
42
nld