Als u wilt weten of andere apparatuur een probleem veroorzaakt, koppelt u alles behalve de printer los van
de telefoonlijn en probeert u vervolgens een fax te ontvangen. Als u zonder de andere apparatuur faxen
kunt ontvangen, veroorzaakt een of meer onderdelen van de andere apparatuur problemen; probeer ze
een voor een weer toe te voegen en elke keer een fax te ontvangen, totdat u weet welke apparatuur het
probleem veroorzaakt.
Als aan uw faxnummer een speciaal belsignaal is toegewezen (via de service voor specifieke belsignalen van
●
uw telefoonmaatschappij), moet u ervoor zorgen dat de instelling voor Specifiek belsignaal op de printer
overeenkomt.
De printer kan geen faxen verzenden maar wel ontvangen
De printer kiest mogelijk te snel of te snel achter elkaar. Mogelijk moet u pauzes invoegen in de
●
nummerreeks. Als u bijvoorbeeld een buitenlijn moet kiezen voordat u het telefoonnummer kiest, voegt
u een pauze in na het toegangsnummer. Als uw nummer 95555555 is en u met een 9 toegang krijgt tot
een buitenlijn, moet u mogelijk als volgt pauzes invoegen: 9-555-5555. Om een pauze in te voegen in het
faxnummer dat u vormt, drukt u meermaals op * tot er een streepje (-) op het scherm verschijnt.
U kunt ook faxen verzenden via handsfree kiezen. Hierdoor kunt u de telefoonlijn horen terwijl u een
nummer kiest. U kunt de kiessnelheid zelf bepalen en reageren op kiestonen terwijl u een nummer kiest.
Het nummer dat u bij het verzenden van de fax hebt ingevoerd, heeft niet de juiste indeling of het
●
ontvangende faxapparaat heeft problemen. Bel het faxnummer met een telefoon en luister of u faxtonen
hoort om dit te controleren. Als u geen faxtonen hoort, is het ontvangende faxapparaat misschien
niet ingeschakeld of aangesloten, of is de telefoonlijn van de ontvanger misschien verstoord door een
voicemailservice. U kunt de ontvanger ook vragen het ontvangende faxapparaat te controleren op eventuele
problemen.
Er worden faxtonen opgenomen op mijn antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat en de fax gebruik maken van dezelfde telefoonlijn, kunt u proberen om
●
het antwoordapparaat rechtstreeks op de printer aan te sluiten, zoals is beschreven in . Als u het
antwoordapparaat niet op de aanbevolen manier aansluit, is het mogelijk dat het antwoordapparaat
faxtonen opneemt.
Controleer of de printer is ingesteld op het automatisch ontvangen van faxen en of de instelling Hoe vaak
●
overgaan juist is. Het aantal belsignalen voor beantwoorden moet voor de printer groter zijn dan voor het
antwoordapparaat. Als het antwoordapparaat en de printer zijn ingesteld op hetzelfde aantal belsignalen,
beantwoorden beide apparaten de oproep en worden de faxtonen op het antwoordapparaat opgenomen.
Stel het antwoordapparaat in op een klein aantal belsignalen en de printer op het hoogste aantal
●
belsignalen dat is toegestaan. (Het maximum aantal belsignalen verschilt per land/regio.) Met deze instelling
beantwoordt het antwoordapparaat de oproep en controleert de printer de lijn. Als de printer faxsignalen
detecteert, ontvangt de printer de fax. Als de oproep een gespreksoproep betreft, zal het antwoordapparaat
het binnenkomende bericht opnemen.
De computer kan geen faxen ontvangen (HP Digital Fax)
De computer die is geselecteerd voor het ontvangen van faxen, is uitgeschakeld. Zorg dat de computer die is
●
geselecteerd voor het ontvangen van faxen, altijd is ingeschakeld.
Er zijn verschillende computers configureerd voor de installatie en het ontvangen van faxen, waarvan er
●
een mogelijk is uitgeschakeld. Als de computer die faxen ontvangt niet dezelfde is als de computer voor de
installatie, moeten beide computers altijd zijn ingeschakeld.
HP Digital Fax is niet geactiveerd of de computer is niet ingesteld om faxen te ontvangen. Activeer HP Digital
●
Fax en zorg ervoor dat de computer is geconfigureerd om faxen te ontvangen.
120
Hoofdstuk 9 Problemen oplossen