Varen met uw Evinrude E-TEC buitenboordmotor
OVERVERHITTING VAN DE MOTOR
Laat uw buitenboordmotor niet
MERK OP
draaien - zelfs niet om even te
starten - zonder watertoevoer. Zie Doorspoelen
op pagina 48.
Wanneer de buitenboordmotor draait, moeten de
waterinlaten zich constant helemaal onder water
bevinden en niet verstopt zijn. Houd u aan de juiste
spiegelhoogte en motorhoek. Als de buitenboord-
motor draait, moet er een constante waterstraal uit
de waterpompcontroleslang van de buitenboord-
motor komen. Controleer de slang geregeld, vooral
wanneer u vaart in water met veel wier, modder of
afval en bij extreme trimhoeken.
2
1. Waterinlaatzeven
2. Waterpompindicator
Als de motor oververhit raakt, laat het motorbewa-
kingssysteem een alarmsignaal horen en gaat het
"WATER TEMP"- of "HOT"-lampje branden. Ook
zal de S.A.F.E. (Speed Adjusting Failsafe Electro-
nics)-modus het toerental van de motor onmiddel-
lijk beperken tot 1200 tpm. Als de motor sneller
draaide dan 1.200 tpm wanneer de S.A.F.E.-mo-
dus werd geactiveerd, zal hij voelbaar schokken.
Het beschermingssysteem moet worden GERE-
SET voordat de motor weer werkt op toerentallen
van meer dan 1.200 tpm. In bepaalde omstandig-
heden zal de EMM de motor uitschakelen.
38
Om het systeem te RESETTEN:
• De motor moet worden afgezet en de koeltempe-
ratuur hersteld.
ALS de S.A.F.E.-modus wordt geactiveerd en de
waterstraal uit de waterpompcontroleslang stag-
neert of niet constant loopt, neem dan gas terug tot
stationair en:
1) Schakel naar VRIJLOOP.
2) ZET de motor AF.
3) Kantel de buitenboordmotor omhoog.
4) Maak de inlaatzeven schoon.
5) Reinig de waterpomp-controleslang.
6) Laat de buitenboordmotor zakken.
7) Start de motor opnieuw en laat hem stationair
draaien.
ALS er na de reiniging van de zeven en controle-
slang nog steeds geen ononderbroken waterstraal
uit de waterpompcontroleslang komt, werkt de mo-
tor alleen in de "terugkeer"-modus. Keer onmiddel-
lijk terug naar de haven. Raadpleeg uw dealer.
1
ALS de controleslang na het reinigen van de zeven
en de slang wel een constante waterstraal loost,
kunt u proberen de motor twee minuten lang in
VRIJLOOP te laten draaien, zodat hij kan afkoelen
en het lampje uitgaat.
BELANGRIJK:
steld, zal de EMM een progressieve oververhitting
vaststellen en de motor uitschakelen. Het "WATER
TEMP" of "HOT"-lampje zal gaan knipperen. De
motor kan niet opnieuw worden gestart voordat hij
008469
voldoende is afgekoeld.
Neem na een uitschakeling van de motor door
oververhitting contact op met uw dealer voor:
• Inspectie van de waterpomp op ernstige slijtage
of beschadiging.
• Controle van de thermostaten.
MERK OP
men, garandeert hij niet dat u uw motor onbeperkt
kunt blijven gebruiken zonder beschadiging.
Als de koeling niet wordt her-
Hoewel de S.A.F.E.-modus motor-
beschadiging kan helpen voorko-