• Installeer en gebruik geen beschadigd
apparaat.
• Plaats het apparaat niet op een plek
waar de deur niet helemaal open kan.
• Pas de stelvoeten aan om de nodige
ruimte tussen het apparaat en de
vloer te creëren.
• Als het apparaat op zijn permanente
plaats wordt geplaatst, moet u nagaan
of het waterpas staat. Is dit niet het
geval, stel de stelpootjes hier dan op
af.
2.2 Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING!
Gevaar voor brand en
elektrische schokken.
• WAARSCHUWING: Dit apparaat is
ontworpen om te worden
geïnstalleerd/aangesloten op een
aardingsaansluiting in het gebouw.
• Gebruik altijd een juist geïnstalleerd
schokbestendig stopcontact.
• Gebruik geen adapters met meerdere
stekkers en verlengkabels.
• Trek niet aan het netsnoer om het
apparaat los te koppelen. Trek altijd
aan de stekker.
• Raak de stroomkabel of stekker niet
aan met natte handen.
2.3 Wateraansluiting
• Het toevoerwater mag niet warmer
zijn dan 25°C.
• Beschadig de waterslangen niet.
• Indien buizen lang niet zijn gebruikt,
er reparaties hebben plaatsgevonden
of er nieuwe apparaten zijn geplaatst
(watermeters, enz.), moet je, voordat
de nieuwe buizen worden
aangesloten, het water laten stromen
totdat het schoon en helder is.
• Zorg ervoor dat er geen zichtbare
waterlekken zijn tijdens en na het
eerste gebruik van het apparaat.
• Gebruik geen verlengslang als de
toevoerslang te kort is. Neem contact
op met de erkende klantenservice
voor vervanging van de toevoerslang.
• Bij het uitpakken van het apparaat is
het mogelijk dat je water uit de
afvoerslang ziet stromen. Dit komt
door het testen met water van het
apparaat in de fabriek.
• Je kunt de afvoerslang maximaal 400
cm verlengen. Neem contact op met
de erkende klantenservice voor de
andere afvoerslang en het
verlengstuk.
• Zorg ervoor dat de kraan na installatie
bereikbaar is.
2.4 Gebruik
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel,
elektrische schokken, brand,
brandwonden en schade
aan het apparaat.
• Plaats geen ontvlambare producten of
artikelen die vochtig zijn met
ontvlambare producten in, bij of op
het apparaat.
• Raak de glazen deur niet aan als een
programma in werking is. Het glas
kan heet worden.
• Droog geen beschadigde
(gescheurde, gerafelde) kleding met
vulling of voering.
• Indien wasgoed is gewassen met een
vlekkenverwijderaar, dient er een
extra spoelcyclus te worden
uitgevoerd voordat u gaat drogen.
• Zorg ervoor dat alle metalen
voorwerpen van het wasgoed zijn
verwijderd.
• Droog uitsluitend textiel dat in het
apparaat mag worden gedroogd. Volg
de instructies op het wasvoorschrift in
de kleding.
• Ga niet op de open deur zitten of
staan.
• Droog geen druipnatte kleding in het
apparaat.
• Laat geen hete voorwerpen de
kunststof onderdelen van het
apparaat aanraken.
• Verwijder een wasbol (indien gebruikt)
voor het starten van het
droogprogramma.
• Gebruik geen wasbol wanneer je een
non-stopprogramma instelt.
2.5 Service
• Neem contact op met de erkende
servicedienst voor reparatie van het
apparaat. Gebruik alleen originele
reserveonderdelen.
NEDERLANDS
7