Parameternaam
Als een van de effecten van de choruseffecten, flangereffecten, tremolo en ringmodulator zijn
geselecteerd, bepaalt deze parameter de frequentie van de modulatie.
Als 'Tempo Phaser' of 'Tempo Flanger' is geselecteerd, wordt met deze parameter de modulatiesnelheid
LFO Speed
bepaald via een noottype.
Als 'Auto Pan' is geselecteerd, wordt met deze parameter de frequentie van de automatische pan
bepaald.
Als een van de effecten van de flangereffecten en ringmodulator zijn geselecteerd, selecteert deze
parameter de golf van de modulatie.
LFO Wave
Als 'Auto Pan' is geselecteerd, wordt met deze parameter de pancurve bepaald.
Als 'VCM Auto Wah' is geselecteerd, wordt met deze parameter de golf, sinus of het vierkant
geselecteerd.
Liveness
Bepaalt de wegsterfkarakteristieken van Early Reflection.
Bepaalt de hoeveelheid tijd tussen het moment waarop u een noot speelt en het moment waarop de
Low Attack
compressor wordt toegepast op de lage frequenties.
Low Gain
Bepaalt de uitgangsversterking voor de lage frequenties.
Low Level
Bepaalt het uitgangsniveau voor de lage frequenties.
Low Mute
Bepaalt of de lage frequentieband is in- of uitgeschakeld.
Als 'REV-X Hall' of 'REV-X Room' is geselecteerd, bepaalt deze parameter de verhouding van de lage
frequenties.
Low Ratio
Als 'Multi Band Comp' is geselecteerd, bepaalt deze parameter de verhouding van de compressor voor
de lage frequenties.
Low Threshold
Bepaalt het minimale ingangsniveau voor het toepassen van het effect op de lage frequenties.
LPF Resonance
Bepaalt de resonantie van het laagdoorlaatfilter voor het ingangsgeluid.
Als 'VCM Flanger' is geselecteerd, wordt met deze parameter de offsetwaarde van de
vertragingsmodulatie bepaald.
Manual
Als 'VCM Phaser mono' of 'VCM Phaser stereo' is geselecteerd, wordt met deze parameter de
offsetwaarde van de fasemodulatie bepaald.
Meter
Wijzigt de maat.
Mic L-R Angle
Bepaalt de L/R-hoek van de microfoon.
Bepaalt de hoeveelheid tijd tussen het moment waarop u een noot speelt en het moment waarop de
Mid Attack
compressor wordt toegepast op de middenfrequenties.
Mid Gain
Bepaalt de uitgangsversterking voor de middenfrequenties.
Mid Level
Bepaalt het uitgangsniveau voor de middenfrequenties.
Mid Mute
Schakelt de Mute-status (dempen) van de middenfrequenties in of uit.
Mid Ratio
Bepaalt de compressorverhouding voor de middenfrequenties.
Mid Threshold
Bepaalt het minimale ingangsniveau voor het toepassen van het effect op de middenfrequenties.
Mix
Bepaalt het volume van het effectgeluid.
Mix Level
Bepaalt het effectmixniveau voor het droge geluid.
Mod Depth
Bepaalt de diepte van de modulatie.
Mod Depth Ofst R
Bepaalt de diepte van de modulatie voor het R-kanaal als offset.
Mod Feedback
Bepaalt het niveau van de feedback naar de modulatie.
Mod Gain
Bepaalt de versterking van de modulatie.
Mod LPF Cutoff Frequency
Bepaalt de afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter dat op het gemoduleerde geluid wordt toegepast.
Mod LPF Resonance
Bepaalt de resonantie van het laagdoorlaatfilter voor het gemoduleerde geluid.
Als 'Noisy' is geselecteerd, wordt met deze parameter het mixniveau van het gemoduleerde element
bepaald.
Mod Mix Balance
Als 'Tech Modulation' is geselecteerd, wordt met deze parameter het volume van het gemoduleerde
geluid bepaald.
Mod Speed
Bepaalt de modulatiesnelheid.
Mod Wave Type
Selecteert het golftype voor modulatie.
Mode
Bepaalt het phasertype en in het bijzonder de vormfactor voor het phasereffect.
Modulation Phase
Bepaalt het L/R-faseverschil van de gemoduleerde golf.
Bepaalt hoe lang het duurt om het geluid van de huidige status te verplaatsen naar het geluid dat is
Move Speed
opgegeven via de Vowel-parameter.
Noise Level
Bepaalt het ruisniveau.
Noise LPF Cutoff
Bepaalt de afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfilter dat op de ruis wordt toegepast.
Frequency
Noise LPF Q
Bepaalt de resonantie van het laagdoorlaatfilter dat op de ruis wordt toegepast.
Noise Mod Depth
Bepaalt de diepte van de ruismodulatie.
Noise Mod Speed
Bepaalt de snelheid van de ruismodulatie.
Noise Tone
Bepaalt de karakteristieken van de ruis.
On/Off Switch
Schakelt de isolator in of uit.
Hiermee wordt de frequentie bepaald waarmee de sinusgolfvorm de amplitude van de ingangsgolf
OSC Frequency Coarse
moduleert.
Hiermee wordt nauwkeurig de frequentie bepaald waarmee de sinusgolfvorm de amplitude van de
OSC Frequency Fine
ingangsgolf moduleert.
Output
Bepaalt het niveau van het droge signaal dat wordt uitgevoerd uit het effectblok.
Output Gain
Bepaalt de versterking van het droge signaal dat wordt uitgevoerd uit het effectblok.
Output Level
Bepaalt het niveau van het droge signaal dat wordt uitgevoerd uit het effectblok.
Bepaalt het niveau van het droge signaal dat wordt uitgevoerd van respectievelijk het eerste en
Output Level 1, 2
tweede blok.
Over Drive
Bepaalt de mate en het karakter van het vervormingseffect.
Pan 1, 2
Bepaalt de panregeling voor de eerste reeks en tweede reeks.
Deze parameter van het Slice-effect bepaalt het minimumniveau voor de AEG die op het gepande geluid
Pan AEG Min Level
wordt toegepast.
Naslaggids
Basisstructuur
Beschrijvingen
Basisstructuur
Functionele blokken
Toongenerator
A/D-ingang
Arpeggio
Sequencer
Audio Record/Play
Regelaar
Effect
Intern geheugen
Referentie
Voice
Performance
Multi
SEQ Play
Master
Remote
File
Audio Rec/Play
Utility
Appendix
Over MIDI
Displayberichten
Problemen
oplossen
22