Inhoudsopgave
Advertenties
Programmeren
6.4 5-** Dig. I/O-modus
6.4.1 5-0* Dig. I/O-modus
Parameters voor het configureren van in- of uitgang, en
voor NPN of PNP.
Deze parameters kunnen niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
5-00 Digital I/O Mode
Option:
Functie:
Digitale ingangen en geprogrammeerde digitale
uitgangen zijn vooraf te programmeren voor gebruik
in PNP- of NPN-systemen.
6
6
PNP Actie na positieve directionele pulsen (↕). PNP-
[0]
*
systemen worden naar aarde getrokken.
[1]
NPN Actie na negatieve directionele pulsen (↕). NPN-
systemen worden verhoogd tot +24 V, intern in het
filter.
NB
Nadat deze parameter is gewijzigd, moet hij worden
geactiveerd door de omvormer uit- en weer in te
schakelen.
Deze parameter kan niet worden gewijzigd terwijl de
motor loopt.
5-01 Klem 27 modus
Option:
[0]
Ingang
*
[1]
Uitgang
5-02 Terminal 29 Mode
Option:
[0]
Input
*
[1]
Output
6.4.2 5-1* Dig. ingangen
Parameters voor het configureren van de ingangsfuncties
voor de ingangsklemmen.
De digitale ingangen worden gebruikt om diverse functies
van het filter in te stellen. Alle digitale ingangen kunnen
worden ingesteld op de volgende functies:
64
VLT Active Filter AAF 00x
Functie:
Stelt klem 27 in als digitale ingang.
Stelt klem 27 in als digitale uitgang.
Functie:
Definieert klem 29 als een digitale ingang.
Definieert klem 29 als een digitale uitgang.
MG.90.V2.10 – VLT
Functie digitale ingang
Niet in bedrijf
Reset
Stop geïnverteerd
Start
Pulsstart
Setupselectie bit 0
Setupselectie bit 1
Pulsingang tijd
Volger-AF 1 actief terugk.
Volger-AF 2 actief terugk.
Slaap
Functies die specifiek zijn voor één digitale ingang worden
in de betreffende parameter vermeld.
5-10 Terminal 18 Digital Input
Option:
[0]
No operation
[1]
Reset
[6]
Stop inverse
[8]
Start
*
[9]
Latched Start
[23]
Set-up select
bit 0
[24]
Set-up select
bit 1
[32]
Master cmd
pulse in
[99]
Follower AF
#1 Run
Feedback
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Selecteer
Klem
[0]
Alle *klem 32, 33
[1]
Alle
[6]
Alle
[8]
Alle *klem 18
[9]
Alle
[23]
Alle
[24]
Alle
[32]
29, 33
[99]
Alle
[100]
Alle
[101]
18, 19, 27, 29
Functie:
Geen reactie op signalen die naar de klem
worden gestuurd.
Reset het filter na een uitschakeling/alarm.
Niet elk alarm kan worden gereset.
Geïnverteerde stopfunctie. Genereert een
stopfunctie wanneer de geselecteerde klem
van logisch '1' naar '0' gaat.
(Standaard voor digitale ingang 18)
Selecteer start voor een start/
stopcommando. Logisch '1' = start, logisch
'0' = stop.
Als gedurende minstens 2 ms een puls
wordt gegeven, wordt het filter gestart. Het
filter stopt als Stop geïnv. wordt
geactiveerd.
Selecteer Setupselectie bit 0 of Selectiesetup
bit 1 om een van de vier setups te
selecteren. Stel 0-10 Active Set-up in op
Multi setup.
(Standaard voor digitale ingang 32)
Vergelijkbaar met Setupselectie bit 0 [23].
Een op tijd gebaseerde pulsingang meet de
tijdsduur tussen de flanken. Dit biedt een
hogere resolutie bij lagere frequenties maar
is minder nauwkeurig bij hogere
frequenties. Bij dit principe is er een
uitschakelfrequentie, waardoor het niet
geschikt is voor encoders met een zeer
lage resolutie (bijv. 30 ppr) bij lage
snelheden.
Programmeer deze instelling niet. Dit wordt
automatisch gedaan voor parallelle
plaatsing. Zie 300-40 Master Follower
Selection en 300-41 Follower ID voor meer
informatie over parallelle plaatsing.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
