Installeren
NB
Voor het actieve filter zal de ventilator in de volgende
gevallen werken:
1.
AF actief
2.
Specifieke temperatuur koellichaam overschreden
(afhankelijk van omvormervermogen)
3.
Specifieke omgevingstemperatuur voedingskaart
overschreden (afhankelijk van omvormer-
vermogen)
4.
Specifieke omgevingstemperatuur stuurkaart
overschreden
Wanneer de ventilator is gestart, zal deze minimaal 10
minuten actief zijn.
Externe kanalen
Wanneer meer luchtkanalen worden toegevoegd aan de
buitenkant van de behuizing moet de drukval in het
kanaal worden berekend. Gebruik onderstaande schema's
om de eenheid te reduceren op basis van de drukval.
(%)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0.5
4.9
13
27.3
Pressure Increase
Afbeelding 4.16 Reductie framegrootte D t.o.v. drukverandering
Luchtstroming: 765 m³/u (450 cfm)
(%)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0
0.1
3.6
9.8
21.5 43.4
Pressure Change
Afbeelding 4.17 Reductie framegrootte E t.o.v. drukverandering
Luchtstroming: 1230 m³/u (725 cfm)
VLT Active Filter AAF 00x
45.9
66
89.3
115.7
147
(Pa)
76
147.1
237.5
278.9
(Pa)
®
MG.90.V2.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
4.3.6 Pakking/leidingdoorvoer – IP 21
(NEMA 1) en IP 54 (NEMA 12)
Kabels moeten vanaf de onderzijde door de doorvoerplaat
worden gevoerd en worden aangesloten. Verwijder de
plaat en bekijk waar de doorvoer voor de kabelpakkingen
of leidingen moet komen. Maak de gaten in het
aangegeven gebied op de tekening.
NB
De doorvoerplaat moet worden bevestigd aan het filter om
te voldoen aan de aangegeven beschermingsklasse en om
te zorgen voor voldoende koeling van de eenheid. Als de
doorvoerplaat niet is gemonteerd, kan de eenheid
uitschakelen (trip) bij alarm 69, Temp. voed.krt
Kabeldoorvoeren gezien vanaf de onderzijde van het filter
419,7
[17]
55,9
246,0
[2]
[10]
20,0
[1]
2X
380,0
[15]
Afbeelding 4.18 Framegrootte D9
560
[22.0]
70,4
[13.8]
69,5
[2.77]
[2.74]
203
246
[9.7]
[8.0]
2X200
2X370
[14.6]
Afbeelding 4.19 Framegrootte D13
20
[.8]
350
70
[2.8]
60
115
[2.3]
[4.5]
2X223
[8.8]
2X113
[4.4]
[7.9]
60
[2.4]
21
4
4