Installeren
4
4
Nm/in-lbs
Afbeelding 4.28 Bouten vastdraaien met momentsleutel
NB
Gebruik altijd een momentsleutel om de bouten vast te
draaien.
4.5.6 Afgeschermde kabels
Het is belangrijk dat afgeschermde kabels op de juiste
wijze zijn aangesloten om te zorgen voor een hoge EMC-
immuniteit en een lage emissie.
De aansluitingen kunnen worden gemaakt met behulp
van kabelpakkingen of -klemmen:
•
EMC-kabelpakkingen: standaard verkrijgbare
kabelpakkingen kunnen worden gebruikt voor
een optimale EMC-aansluiting.
•
EMC-kabelklemmen: de eenheid wordt geleverd
inclusief kabelklemmen om een eenvoudige
aansluiting mogelijk te maken.
4.5.7 Stroomtransformator (CT)
Het filter werkt op basis van een regeling met terugkop-
peling, via stroomsignalen die het ontvangt van externe
stroomtransformatoren. Het ontvangen signaal wordt
verwerkt en het filter reageert vervolgens op basis van
geprogrammeerde acties.
VOORZICHTIG
Onjuiste aansluiting van de stroomtransformator of een
onjuiste installatie of configuratie zullen leiden tot
ongewenst en oncontroleerbaar gedrag van het filter.
30
VLT Active Filter AAF 00x
®
MG.90.V2.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
NB
De stroomtransformatoren maken geen deel uit van het
filterpakket en moeten afzonderlijk worden aangeschaft.
Specificatie stroomtransformator
Het actieve filter ondersteunt de meeste transformatoren.
De stroomtransformatoren moeten voldoen aan de
volgende specificaties:
Technische specificatie voor passieve stroomtransformatoren
voor actieve filters:
RMS
Maximale gemeten RMS-stroom
Nauwkeurigheid
0,5% of beter (klasse 0.5)
Nominale secundaire
1 A of 5 A (5 A wordt aanbevolen)
stroom
Steup via hardware
Nominale frequentie
50/60 Hz
Nominaal vermogen/
Zie Tabel 4.4 (belasting AAF bedraagt
nominale belasting
2 mΩ).
Nominaal
5
7,5
vermogen/
nominale
belasting [VA]
Stroomimpe-
≤ 0,15
≤ 0,25
dantie CT [Ω]
Tabel 4.4 Nominaal vermogen/nominale belasting
NB
Alle overige technische gegevens, zoals de dynamische
nominale stroom, de maximaal toegestane bedrijfs-
spanning, thermische dimensionering van de
continustroom, thermische dimensionering van de
kortsluitstroom, overstroomlimiet, isolatieklasse, bedrijfs-
temperatuurbereik en dergelijke, zijn specifieke waarden
van het systeem en moeten tijdens de projectplan-
ningsfase voor de apparatuur worden bepaald.
RMS-specificatie
De minimale RMS moet worden bepaald op basis van de
totale stroom die door de stroomtransformator vloeit. Zorg
dat de stroomsensor niet te klein is, omdat dit kan leiden
tot verzadiging van de sensor. Voeg een marge van 10%
toe en kies de eerstvolgende RMS-waarde die hierboven
komt. Het wordt aangeraden om gebruik te maken van
stroomtransformatoren met een RMS-waarde die in de
buurt ligt van de maximale stroom die erdoorheen vloeit.
Dit biedt de hoogst mogelijke nauwkeurigheid van de
meting en dus een optimale compensatie.
Belasting CT
Om ervoor te zorgen dat de stroomtransformator volgens
de specificaties werkt, mag de nominale belasting niet
hoger zijn dan de daadwerkelijke stroomvereiste van het
actieve filter. De nominale belasting van de CT hangt af
van het type draad en de kabellengte tussen de CT en de
10
15
30
≤ 0,35
≤ 0,55
≤ 1,15