Installeren
4.5.14 Installatie stuurkabels
Alle klemmen naar de stuurkabels bevinden zich onder de
AFC-kaart.
Om de kabel op de klem aan te sluiten:
1.
Verwijder de isolatie over 9-10 mm.
4
4
2.
Steek een schroevendraaier
3.
Steek de kabel in het naastgelegen ronde gat.
4.
Verwijder de schroevendraaier. De kabel is nu
gemonteerd in de klem.
Om de kabel van de klem te verwijderen:
1.
Steek een schroevendraaier
2.
Trek de kabel los.
1) Max. 0,4 x 2,5 mm
38
VLT Active Filter AAF 00x
9 - 10 mm
(0.37 in)
1)
in het vierkante gat.
1)
in het vierkante gat.
®
MG.90.V2.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
6 1 6
8
3 9 4
2 5
0 5
3 5 4
1 2 1
4.5.15 Niet-afgeschermde stuurkabels
VOORZICHTIG
Geïnduceerde spanning!
Plaats de bekabeling voor het ingangsvermogen en de
besturing in afzonderlijke metalen leidingen of kabelgoten
om hoogfrequente ruis tegen te gaan. Wanneer de
voedingskabels en stuurkabels niet op deze wijze worden
geïsoleerd, kan dit resulteren in lagere prestaties van de
regelaar en aanverwante apparatuur.
Stuurkabels, inclusief CT-kabels, moeten altijd worden
gescheiden van hoogspanningskabels. Wanneer geen
afgeschermde/gewapende kabels worden gebruikt, moet u
ervoor zorgen dat stuurkabels bestaan uit gedraaide paren
en moet u een zo groot mogelijk afstand aanhouden
tussen de netkabel en de stuurkabels.
4.5.16 Voeding externe ventilator
Er kan gebruik worden gemaakt van een externe voeding
in gevallen waarbij de DC-voeding wordt gebruikt voor het
filter of wanneer de ventilator onafhankelijk van de
voeding moet kunnen werken.
Klemnr.
Functie
100, 101
Extra voeding S, T
102, 103
Interne voeding S, T
3 1
2 1
9 2 7
2 9
3 2
3 3 2
0