Installeren
NB
300-41 Follower ID is alleen beschikbaar wanneer
300-40 Master Follower Selection is ingesteld op Volger.
WAARSCHUWING
Elke volger moet een eigen volger-ID hebben. Verzeker u
ervan dat er geen volgers zijn met dezelfde volger-ID.
4
4
300-42 Num. of Follower AFs
Range:
1
[1 - 3 ] Stel het totale aantal volgerfilters in. Het master-
*
filter zal enkel dit aantal volgers besturen.
NB
300-42 Num. of Follower AFs is alleen beschikbaar wanneer
300-40 Master Follower Selection is ingesteld op Master.
Elke volgereenheid moet worden geprogrammeerd via
300-41 Follower ID. Het identificatienummer moet voor elke
volger anders zijn.
Voordat u de eenheden start (door de [Auto on]-toets in te
drukken) verdient het aanbeveling om te controleren of de
volgende parameters correct zijn geprogrammeerd en op
dezelfde waarden zijn ingesteld wanneer ze bij dezelfde
set CT's horen:
300-00 Harmonic Cancellation Mode
300-20 CT Primary Rating
300-22 CT Nominal Voltage
300-24 CT Sequence
300-25 CT Polarity
300-26 CT Placement
300-30 Compensation Points
300-35 Cosphi Reference
4.8 Uiteindelijke setup en test
Externe CT-instellingen worden geprogrammeerd via
parametergroep 300-2*. Het wordt aangeraden om voor
alle zelfstandige werkende filters een automatische CT-
detectie uit te voeren via 300-29 Start Auto CT Detection..
Het filter ondersteunt alle standaard CT's met een
secundaire waarde van 1 of 5 A.
NB
De automatische CT-detectie is enkel mogelijk wanneer de
CT is geïnstalleerd aan de bronzijde.
44
Functie:
MG.90.V2.10 – VLT
VLT Active Filter AAF 00x
CT's moeten een nauwkeurigheid van 0,5% of beter
hebben om voldoende nauwkeurigheid te garanderen.
Volg onderstaande stappen om de installatie te testen en
te controleren of het actieve filter correct werkt.
VOORZICHTIG
Onjuiste aansluiting van de stroomtransformator of een
onjuiste installatie of configuratie zullen leiden tot
ongewenst en oncontroleerbaar gedrag van het filter.
1.
2.
Volg onderstaande stappen om een juiste installatie van
stroomtransformatoren te waarborgen:
1.
2.
3.
4.
5.
Een Auto-CT uitvoeren:
Tijdens de automatische stroomtransformatordetectie
worden de CT-polariteit, de fasevolgorde en de stroomver-
houding ingesteld.
CT-detectie tijdens de procedure onderbreken:
Druk op de [Off]-toets – het filter komt in de alarmmodus
terecht en op het display wordt aangegeven dat de Auto-
CT is beëindigd door de gebruiker.
CT-detectie gelukt:
Het display toont de gevonden verhoudingen, parameters
en de fasevolgorde. Druk op [OK] om de gevonden
parameters te accepteren. Na de CT-detectie is het filter
klaar voor gebruik.
CT-detectie mislukt:
De auto-CT-functie van Danfoss ondersteunt de meest
gangbare CT's. De automatische CT-detectie zal mislukken
wanneer:
•
•
•
•
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
300-26 CT Placement
300-29 Start Auto CT Detection
Kijk waar de CT zich bevindt.
Let op de positie in de installatie en het
secundaire en primaire stroomniveau.
Controleer of de mechanische CT-penaansluiting
MK108 of MK101 overeenkomt met de secundaire
waarde van de CT.
Programmeer de CT-locatie in 300-26 CT
Placement.
Stel de primaire stroom in overeenkomstig de
gegevens van het typeplaatje in 300-20 CT
Primary Rating.
CT's niet correct zijn bedraad;
CT's zijn geïnstalleerd aan de lastzijde;
de primaire waarde geen standaard maat is;
de secundaire waarde en de CT-plaatsing zijn niet
geconfigureerd;