Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Actieve Filter Bedienen; Bedieningswijzen; Bediening Van Het Grafische Lcp (Glcp) - Danfoss VLT Active Filter AAF 00 Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Het actieve filter bedienen

5 Het actieve filter bedienen

5.1 Bedieningswijzen

Het actieve filter kan op twee manieren worden bediend:
1.
Grafisch lokaal bedieningspaneel (GLCP)
2.
RS-485 seriële communicatie of USB, beide voor
pc-aansluiting
5.1.1 Bediening van het grafische LCP
(GLCP)
De functies van het GLCP zijn verdeeld in vier groepen:
1.
Grafisch display met statusregels.
2.
Menutoetsen en indicatielampjes (leds) –
parameters wijzigen en schakelen tussen display-
functies.
3.
Navigatietoetsen en indicatielampjes (leds).
4.
Bedieningstoetsen en indicatielampjes (leds)
Grafisch display:
Het LCD-display is voorzien van achtergrondverlichting en
maximaal 6 alfanumerieke regels. Alle gegevens worden
weergegeven op het LCP dat in de [Status]-modus
maximaal vijf bedrijfsvariabelen kan weergeven.
Displayregels:
a.
Statusregel: statusmeldingen met pictogrammen
en afbeeldingen.
b.
Regel 1-2: regels met bedieningsinformatie over
gegevens die door de gebruiker zijn gedefinieerd
of geselecteerd. Er kan maximaal één nieuwe
regel worden toegevoegd via de toets [Status].
c.
Statusregel: statusmelding met tekst.
Het display bestaat uit 3 delen:
Bovenste gedeelte (a)
toont de status in de statusmodus of maximaal 2
variabelen in een andere modus en in geval van een
alarm/waarschuwing.
VLT Active Filter AAF 00x
®
MG.90.V2.10 – VLT
is een gedeponeerd handelsmerk van Danfoss
Status
0.0%
0.0%
111A
0A
Auro Running
Quick
Main
Status
Menus
Menu
On
OK
Warm
Alarm
Hand
Auto
O
on
on
Het nummer van de actieve setup (geselecteerd als Actieve
setup in 0-10 Active Set-up) wordt weergegeven. Bij het
programmeren van een andere setup dan de actieve setup
zal het nummer van de setup die wordt geprogrammeerd
aan de rechterkant tussen haakjes worden weergegeven.
Middelste gedeelte (b)
toont maximaal 5 variabelen met bijbehorende eenheid,
ongeacht de status. In geval van een alarm/waarschuwing
wordt de waarschuwing weergegeven in plaats van de
variabelen.
Schakelen tussen de drie verschillende statusuitlezingen is
mogelijk door op de [Status]-toets te drukken.
In elk statusscherm worden de bedrijfsvariabelen met een
andere opmaak weergegeven – zie hierna.
Aan elk van de bedrijfsvariabelen kunnen diverse metingen
worden gekoppeld. De te tonen waarden/metingen
kunnen worden gedefinieerd via 0-20 Display Line 1.1 Small
tot 0-24 Display Line 3 Large. Via [Quick Menu], Q3 Functie-
setups, Q3-1 Alg. instellingen en Q3-11 Displayinstellingen
krijgt u toegang tot deze parameters.
1(1)
a
0˚C
b
5
c
Alarm
Log
Reset
47
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave