Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

E - Opstarten Van De Heftruck; F - Rijden Met De Heftruck - Manitou MSI25T 4ST3A Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

E - OPSTARTEN VAN DE HEFTRUCK

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Men mag de heftruck alleen opstarten of ermee manoeuvreren als de bediener zit in de bestuurderscabine en als hij de veiligheidsriem heeft omgedaan en
bijgesteld.
- Niet de heftruck trekken of duwen om hem op te starten. Deze handelingen zouden de overbrenging ernstig kunnen beschadigen. In
het voorkomende geval moet men, als de heftruck op sleeptouw genomen moet worden, de versnelling in de vrije stand zetten (zie: 3 -
ONDERHOUD: G - SPECIAAL ONDERHOUD).
- Indien men een extra accu gebruikt bij het opstarten, moet men een accu nemen die dezelfde karakteristieken heeft en de polariteit van
de accu's in acht nemen bij het aansluiten. Eerst de positieve klemmen aansluiten en dan de negatieve klemmen.
Als men de polariteit van de accu's niet in acht neemt kan dit ernstige beschadigingen berokkenen aan het elektrische circuit. De elektrolyt in de accu's kan een
ontplofbaar gas produceren. Geen vlammen en vonken maken in de nabijheid van de accu's. Nooit een accu die wordt opgeladen uitschakelen.
INSTRUCTIES
- Controleren of de kap(pen) dicht en vergrendeld is (zijn).
- Wat betreft heftrucks met gascarburatie, de LPG tank openen
- Controleer of de rijrichtingschakelaar in de vrije stand staat.
- De contactsleutel draaien tot aan stand I om het elektrische contact en het voorverwarming aan te zetten.
- Controleer het brandstofpeil op de verklikker.
- De contactsleutel helemaal draaien, waarna de verbrandingsmotor moet starten. De contactsleutel loslaten en de verbrandingsmotor
stationair laten draaien.
- De aanzetter niet langer dan 15 seconden activeren en de voorverwarming laten draaien tussen de verschillende startpogingen.
- Controleren of alle controlampjes op het controle-instrumenten paneel uit zijn.
- Alle controle-instrumenten in de gaten houden als de verbrandingsmotor warm is en met regelmatige tussenpozen tijdens het werken
zodat men snel eventuele storingen kan opsporen en verhelpen.
- Als een instrument niet de juiste indicatie geeft, moet men de verbrandingsmotor uitzetten en onmiddellijke de nodige maatregelen
treffen.

F - RIJDEN MET DE HEFTRUCK

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Wij vestigen de aandacht van de bestuurders op de risico's verbonden aan het gebruik van de heftruck en met name:
- Het gevaar dat men de macht over het stuur kan verliezen.
- De mogelijkheid dat de overlangse en frontale stabiliteit van de heftruck in gevaar kan komen.
De bediener moet te allen tijde de heftruck onder controle hebben en houden. In het geval de heftruck kantelt, moet men niet proberen uit de cabine te klimmen.
HET FEIT IN DE CABINE VAST TE BLIJVEN ZITTEN (IN DE RIEM) VORMT DE BESTE BESCHERMING.
- De regels op het vlak van verkeer van de onderneming of bij gebreke hieraan de verkeersregels in acht nem.
- Geen handelingen uitvoeren die de capaciteiten van de heftruck of het toebehoren te boven gaan.
- Bij het verplaatsen van de heftruck altijd de vork of het toebehoren in de vervoersstand zetten, dat wil zeggen op 300 mm van de grond
en met de schortplaat schuin naar achteren.
- Alleen ladingen vervoeren die goed in evenwicht zijn en die naar behoren zijn vastgezet om iedere risico van loslaten en vallen van de
lading te voorkomen.
- Controleren of de pallets, kisten enz... zich in goede staat bevinden en of ze geschikt zijn om de betreffende lading op te heffen.
- Zich vooraf vertrouwd maken met de zone waarin men moet gaan werken met de heftruck.
- Controleren of de bedrijfsremmen naar behoren werken.
- De verplaatsingssnelheid van de heftruck met lading mag niet hoger dan 12 km/uur zijn.
- Rustig rijden in de versnelling die overeenkomt met de plaatselijke gebruiksomstandigheden (aard van de grond, belasting van de
heftruck).
- De hydraulische bediening van de mast niet gebruiken als de heftruck in beweging is.
- De heftruck alleen manoeuvreren met uitgetrokken mast in uitzonderlijke gevallen en dan met de uiterste voorzichtigheid, heel langzaam
rijden en zachtjes remmen. Ervoor zorgen dat men een goed zicht heeft.
- Snelheid verminderen bij de bochten.
- Altijd en immer de snelheid onder controle houden.
- Langzaam rijden op vochtige, glibberige of onregelmatige grond.
- Geleidelijk remmen zonder schokken.
- De rijrichtingschakelaar van de heftruck soepel bedienen en alleen gebruiken als de heftruck stilstaat.
- Tijdens het rijden de voet niet op de rempedaal houden.
- Altijd in gedachten houden dat de hydrostatische stuurbekrachtiging heel gevoelig is, het stuur dan ook voorzichtig en zonder schokken
draaien.
- De verbrandingsmotor nooit laten draaien als de bestuurder niet aanwezig is in de cabine.
- De bestuurderscabine niet verlaten met een opgetilde lading.
- Altijd in de rijrichting kijken en ervoor zorgen dat de zichtbaarheid op het traject altijd optimaal is.
1-10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Msi30t 4st3aMsi35t 4st3aMh25-4t buggie 4st3a

Inhoudsopgave