INSTRUCTIES MET BETREKKING TOT HET HANTEREN VAN EEN LADING
A - KEUZE VAN HET TOEBEHOREN
- Alleen de door MANITOU goedgekeurde toebehoren kunnen gebruikt worden op de heftrucks.
- Controleren of het toebehoren geschikt is voor de te verrichten werkzaamheden (zie: 4 - OPTIONELE TOEBEHOREN VOOR DEZE REEKS).
- Controleren of het toebehoren naar behoren is geïnstalleerd en vergrendeld op de schortplaat van de heftruck.
- Controleren of de toebehoren van de heftruck naar behoren werken.
- De grenswaarden mbt de belasting van de heftruck met het gebruikte toebehoren in acht nemen.
- De nominale capaciteit van het toebehoren niet overschrijden.
- Nooit een lading in stroppen opheffen zonder het hiervoor benodigde toebehoren. Optionele uitrustingen zijn beschikbaar, contact
opnemen met uw dealer.
B - GEWICHT VAN DE LADING EN ZWAARTEPUNT
- Alvorens een lading op te tillen, kennis nemen van zijn gewicht en zwaartepunt.
- De grenswaarden mbt de belasting van de heftruck gelden voor een lading waarvan de
overlangse stand van het zwaartepunt zich op 500 of 600 mm van de hiel van de vork bevindt
(naar gelang model heftruck) (fig. B1). Raadpleeg uw dealer wat betreft hogere zwaartepunten.
- Bij onreglematige ladingen het zwaartepunt bepalen in de overdwarse richting alvorens de
lading te hanteren (fig. B2) en hem plaatsen in de overlangse as van de heftruck.
Het is verboden een lading te hanteren die de effectieve capaciteit vermeld in de grenswaarden van de
heftruck te boven gaat.
Wat betreft ladingen met een verplaatsbaar zwaartepunt (vloeistof bijvoorbeeld), moet men rekening houden
met de variaties van het zwaartepunt om de te hanteren lading te bepalen en nog voorzichtiger te werk gaan
om deze variaties zoveel mogelijk te beperken.
1-13
B1
500 mm
B2