Waterbereidingsinstallatie
Notering in het logboek
■
Meetwaarden
■
Hoeveelheid toegevoegd water
■
Chemicaliënverbruik
■
Vereist onderhoud
Eisen aan het zouthoudende ketelvoedingswater
Toegelaten werkingsdruk
Algemene eisen
pH-waarde bij 25 °C
Geleidbaarheid bij 25 °C
2+
Som aardalkaliën (Ca
+ Mg
Zuurstof (O
)
2
Koolzuur (CO
) gebonden
2
IJzer (Fe), totaal
Koper (Cu), totaal
Oxideerbaarheid (Mn VII
→
als KMnO
4
Olie, vet
Tab. 14
Organische stoffen
In het algemeen zijn organische stoffen mengsels van
verschillende verbindingen. De samenstelling van der-
gelijke mengsels en het gedrag van hun componenten
tijdens de werkingsomstandigheden van de ketel zijn
moeilijk te voorspellen.
Organische stoffen kunnen uiteenvallen tot in koolzu-
ren en andere zure producten. Deze verhogen de
geleidbaarheid en veroorzaken corrosie en afzettin-
gen.
Eisen aan het ketelwater
Voedingswaterleiding
Toegelaten werkingsdruk
Algemene eisen
pH-waarde bij 25 °C
Zuurcapaciteit (K
)
S 8,2
Geleidbaarheid bij 25 °C
Fosfaat (PO
)
4
Kiezelzuur (SiO
)
*4
4
Tab. 15
*2
Gedemineraliseerd water met mengbedkwaliteit (geleidbaarheid < 0,2
bruikt. Alternatief kan de AVT-methode worden toegepast. Conditionering met vluchtige alkaliseringsmiddelen: pH-waarde
van het voedingswater pH
sterk zure kationenwisselaar < 5
*3
Basisinstelling pH-waarde: Injecteren van Na
*4
Als met alle andere waarden wordt rekening gehouden, zijn bij het gebruik van fosfaat hogere PO
ten. Dat geldt bijv. met een evenwichtige of gecoördineerde fosfaatbehandeling (zie hoofdstuk "Conditionering").
(vervolg)
bar
S/cm
µ
2+
mmol/liter
)
mg/liter
mg/liter
mg/liter
mg/liter
Mn II)
mg/liter
mg/liter
bar
mmol/liter
S/cm
µ
mg/liter
mg/liter
9,2 en pH-waarde van het ketelwater pH
≥
S/cm bedragen.
µ
PO
, bijkomend injecteren van Na OH (als de pH-waarde < 10)
3
4
Dankzij het logboek kunnen de werkingsomstandighe-
den altijd opgezocht worden.
0,5
PS
20
≤
≤
kleurloos, zuiver, vrij van onopgeloste stoffen
Uitsluitend richtwaarden voor ketelwater doorslaggevend
< 0,01
< 0,05
< 0,2
< 0,05
Bovendien kunnen ze tot schuim- en aanslagvorming
leiden, die zo gering mogelijk moet worden gehouden.
Ook het TOC-gehalte (Total Organic Carbon) moet zo
klein mogelijk worden gehouden.
30
S/cm
>
µ
0,5
PS
20
PS
≤
≤
kleurloos, zuiver, vrij van onopgeloste stoffen
10,5 tot 12
10,5 tot 11,8
1 tot 12
< 6000
Zie afb. 2.
10 tot 20
Afhankelijk van de druk, zie afb. 2 en 3
S/cm) kan zonder geïnjecteerd fosfaat worden ge-
µ
8,0. In dat geval moet de geleidbaarheid achter een
≥
Waterkwaliteit
PS
20
>
9
>
< 0,02
< 25
< 0,1
< 0,01
< 10
< 1
30
S/cm
≤
µ
20
PS
0,5
>
>
10 tot 11
1 tot 10
0,1 tot 1,0
< 1500
6 tot 15
-concentraties toegela-
4
*2*3
*2
19