KaCool D AF –
6.15.3.4 Grenswaarde koelmodus
6.15.3.5 Cyclisch openen en sluiten van het doorgangsventiel of 3-weg-ventiel
Behaaglijk gevoel dankzij AtmosFeel
Parameter P14
Via de parameter P14 wordt de grenswaarde voor het inschakelen van de
ventilatorstanden in de koelmodus ingesteld.
Functie
P14
Grenswaardetemperatuur voor vrijgave van ventilatorstanden in de koelmodus
De regeling bewaakt permanent de watertemperatuur en geeft
de koelmodus en de ventilatorstanden alleen vrij, als de
watertemperatuur de ingestelde grenswaarde heeft
onderschreden. Als na uiterlijk 5 minuten de
grenswaardetemperatuur conform P14 niet wordt
onderschreden, wordt het ventiel gesloten en na 4 uur weer
voor 5 minuten (zie cyclisch openen en sluiten van het ventiel)
opengeschoven.
Als de koelmodus vanwege de watertemperatuur niet kan
worden ingeschakeld, knippert het koelpictogram op het display.
Parameters P107, P108
In 2-pijps toepassingen met een doorgangsventiel kan de aanlegsensor de
watertemperatuur alleen correct meten, als het doorgangsventiel cyclisch
wordt geopend.
Om een optimale registratie van de mediumtemperatuur te bereiken, wordt
het gebruik van een 3-weg-ventiel aanbevolen.
Via de parameters P107 en 108 wordt het cyclisch openen en sluiten van
het ventiel ter controle van de watertemperatuur ingesteld.
Functie
P107
Tijdsduur ventiel geopend voor het controleren van de watertemperatuur
P108
Tijdsduur ventiel gesloten
Als in een 2-pijpssysteem de omschakeling verwarmen/koelen via
een aanlegsensor plaatsvindt, moeten de parameters P107=5 en
P108=240 worden ingesteld!
Door deze instelling wordt het ventiel om de 4 uur voor 5
minuten geopend om de watertemperatuur in het buissysteem
correct te kunnen meten.
Koudwater-klimaatsystemen
Montage- en installatiehandleiding
3.25
79