Download Print deze pagina

Kampmann KaCool D AF Montage En Installatiehandleiding pagina 68

Advertenties

.3.25
KaCool D AF –
Koudwater-klimaatsystemen
Montage- en installatiehandleiding
6.11 Leidingen aanleggen
6.11.1 Algemene aanwijzingen
Fout!
Stervormig aanleggen van busleidingen.
Goed!
Lijnvormig aanleggen van busleidingen.
6.11.2 KaController
** Afgeschermde,
Inbouwdoos
paarsgewijs getwiste
leidingen, bijv.
UNITRONIC
LD 2x2x0,22 of
minimaal gelijkwaardig,
gescheiden van
sterkstroomleidingen
leggen.
3**
Master-
Slaveapp.
apparaat
#2
#1
2**
3
3
Net
Net
230V/50 Hz
230V/50 Hz
busverbinding: 30 m
68
Behaaglijk gevoel dankzij AtmosFeel
Alle laagspanningsleidingen dienen langs de kortste weg te worden
aangelegd.
Er dient, bijv. door metalen afscheidingspanelen op kabelplatforms, te
worden gewaarborgd dat laagspannings- en sterkstroomleiding ruimtelijk
van elkaar gescheiden zijn.
Als laagspannings- en busleidingen dienen uitsluitend afgeschermde
leidingen te worden gebruikt.
Alle busleidingen moeten lijnvormig worden aangelegd. Stervormige
bedrading is niet toegestaan (afbeelding links).
De KaController moet via een busverbinding op de desbetreffende
regelprintplaat van het apparaat worden aangesloten.
Als busleidingen moeten afgeschermde, paarsgewijs getwiste leidingen
worden gebruikt, bijv. UNITRONIC
gelijkwaardig.
Bij het aanleggen van de busleidingen dient te worden voorkomen dat er
bijv. in aftakdozen sterpunten worden gevormd. De leidingen dienen naar
de apparaten te worden doorgelust!
Voor de KaController is een inbouwdoos vereist.
Sluit de KaController volgens het schakelschema aan op het
dichtstbijzijnde KaControl-apparaat. De maximale buslengte tussen
®
BUS
KaController en KaControl-apparaat bedraagt 30 m.
Door het aansluiten van een KaController wordt het betreffende
KaControl-apparaat automatisch masterapparaat in de regelkring.
2**
®
BUS LD 2x2x0,22 of minimaal

Advertenties

loading