KaCool D AF –
6
Montage en aansluiting
6.1
Voorwaarden aan de plaatsingslocatie
6.2
Inspectieopeningen bij gesloten plafond
Aansluiting inspectieopeningen
Serie 1 – 4
500
180
575
4
2
1
5
1
Condensaatbak voor ventielen
2
Plafondcassette
3
Elektrische aansluitkast
4
Inspectieluiken (voorstel 500 x 500)
5
Condensaataansluiting (afhankelijk van de uitvoering van
de overgang, bij condensaataansluiting op bouwzijdige
condensaatleiding moet in een extra inspectieopening worden
voorzien)
Behaaglijk gevoel dankzij AtmosFeel
Monteer het apparaat alleen als aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
De plaatsingslocatie draagt het gewicht van het apparaat
( hoofdstuk 3 "Technische gegevens" op pagina 12-14).
De belastbare en trillingsvrije stand van het apparaat is
gewaarborgd (betrek evt. een staticus of architect erbij, doe
dit ook bij wand- of plafonddoorbraken).
De vereiste minimumafstanden van het apparaat tot wand/
plafond/vloer worden nageleefd (pag. 29).
De luchtstroom moet ongehinderd kunnen circuleren.
Boorposities voor de montage van het apparaat moeten vrij
zijn van gelegde elektrische leidingen of buizen.
Bouwzijdig zijn voldoende gedimensioneerde aansluitingen
voor de watertoevoer en -afvoer aanwezig ( hoofdstuk 3
"Technische gegevens" op pagina 12 e.v.).
Een montage van het apparaat zonder mechanische
verdraaiingen of spanningen moet in iedere inbouwpositie
gewaarborgd zijn.
Bouwzijdig is een elektrische energievoorziening aanwezig
( hoofdstuk 3 "Technische gegevens" op pagina 14).
Bij gesloten plafonds zijn voor onderhoud en inspectie van de
apparaten passende inspectieopeningen noodzakelijk.
Serie 5 – 7
70
500
4
3
Koudwater-klimaatsystemen
Montage- en installatiehandleiding
500
70
820
3
4
2
1
5
180
3.25
25