HOE DE HANDMATIGE INSTELLING TE GEBRUIKEN
1
Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk op de Aan/Reset knop om het bedien-
ingspaneel aan te zetten. Aandacht: Zie de
tekening op pagina 11 om de Aan/Reset knop te
kunnen vinden.
2
De handmatige instelling kiezen.
De handmatige
instelling wordt
gekozen elke
keer dat u het
bedieningspa-
neel in gebruik
neemt. Kies de handmatige instelling wanneer
een programma al gekozen is door meerdere
keren op de Programma [PGM] toets te drukken
todat de afstand of "0" op de display verschijnt.
3
Begin te trappen en verander de weerstand
als u dat wilt.
Druk, terwijl u trapt, op de + en – toetsen onder
de grote display om de weerstand van de peda-
len te veranderen. Er zijn 10 weerstandsinstellin-
gen voorzien. Opgelet: Het kan nadat u op de
toetsen hebt gedrukt een paar seconden duren
voor de weerstand de gewenste instelling bereikt.
4
Stel de hellinghoek bij als u dat wilt.
Terwijl u trapt, kunt u de hellinghoek wijzigen
door op de Helling + en – toetsen te drukken.
Opmerking: Nadat u de toetsen hebt ingedrukt,
kan het een tijdje duren voordat de helling de
gewenste hoekstand bereikt.
5
Bekijk uw vordering op de display.
Het bovenste
gedeelte van de
display geeft de
afgelegde
afstand [DIS-
TANCE] (het
All manuals and user guides at all-guides.com
12
aantal omwentelingen) u fietsen en het benade-
rende aantal verbranden calorieën [CALORIES]
aan. De display zal telkens na een paar seconden
van getal veranderen. De display zal uw hartslag
aangeven wanneer u de hartslagsensor gebruikt
(raadpleeg stap 6 op pagina 13).
In het midden
van de display
wordt de verlopen
tijd aangegeven.
Opmerking: Als u
een vooraf inge-
steld programma of hartslagprogramma 1 hebt
gekozen, dan zal de display de resterende tijd
van het programma aangeven in plaats van de
verlopen tijd.
Het onderste
gedeelte van de
display zal uw
tempo (in revolu-
ties per minuut
[RPM]), en de
pedaalweerstand aangegeven. De display zal
iedere paar seconden van het ene nummer naar
het andere overgaan.
Druk op de Aan/Reset toets om de displays
opnieuw in te stellen.
Opmerking: Het
bedieningspa-
neel heeft drie
achter-
grondlicht-
standen. Om de
achtergrondlichtstand te wijzigen, druk ongeveer
zes seconden op de Programma (PGM)-toets. In
het midden van de display wordt de gekozen
achtergrondlichtstand aangegeven. Druk op de
Weerstand – toets om de achtergrondlichtstand
te wijzigen. In de "Aan"-stand blijft het achter-
grondlicht aan als het bedieningspaneel
ingeschakeld is. In de "Uit"-stand wordt het
achtergrondlicht uitgeschakeld. In de "Auto"-
stand zal het achtergrondlicht aangaan als u met
uw oefening begint. Als u de gewenste achter-
grondlichtstand hebt gekozen, druk dan opnieuw
op de Programma-toets.