De begrenzingskabel leggen
De locatie van de grensdraad bepaalt de parameters van het maaigebied; dit gebied kan
uit meerdere secties bestaan waarbinnen de robotmaaier werkt. Zie voor het instellen
van startpunten en gedetailleerde informatie voor maaien "4 MENU-INSTELLINGEN"
(M pagina 25).
Als het werkgebied hellingen bevat moet het aan de volgende omstandigheden voldoen.
• De gazonmaaier kan worden gebruikt op hellingen met een hellingsgraad tot 24° (45%). Het werkgebied mag geen hellingen
bevatten die steiler zijn dan 24° (45%).
• Leg de grensdraad op plekken met een helling dat vlakker is dan 10° (17%).
• Ga als volgt te werk als u de plek waar u de grensdraad legt een helling bevat dat steiler is dan 10° (17%).
- Leg de grensdraad niet lateraal op een helling dat steiler is dan 10°.
- Leg de grensdraad lateraal op een relatief vlakke ondergrond, met een helling dat vlakker is dan 10°, als dit gebied achter
een helling ligt dat steiler is dan 10° (17%). (Zie het diagram hieronder.)
* Het is slecht voor de gazonmaaier om de grensdraad op een te steile helling te
leggen. De reden hiervan is dat de gazonmaaier de route volgt waarlangs de
grensdraad is gelegd.
Houd 5 mm of minder ruimte tussen de delen van de
begrenzingskabel. Zorg dat de delen van de begrenzingskabel
elkaar niet overlappen of kruisen.
Leg de
begrenzingskabel
Houd 30 tot 50 cm
rond objecten die
ruimte tussen de
door de gazonmaaier
begrenzingskabel en
moeten worden
grote objecten.
vermeden.
OPMERKING:
- Teken het "TUINONTWERP" in dat betrekking heeft op de indeling van de grensdraad
(M pagina 79).
Veiligheid
De messen van de gazonmaaier
stoppen automatisch in de
volgende gevallen:
- Het oppakken van de
gazonmaaier.
- De gazonmaaier staat op een
hellend oppervlak met een te
grote hellingshoek.
- De gazonmaaier is omgeslagen.
Houd 30 tot 50 cm
ruimte tussen de
grensdraad en de grens
van de maaizone.
Zorg dat er 1 m ruimte tussen
de grensdraad en gevaarlijke
gebieden zoals vijvers of
gaten / kuilen is.
Stille werking
De motor en draaiende messen
van de Honda Robotmaaier
werken veel stiller dan traditionele
gazonmaaiers met motor.
Hoe werkt de Honda Robotmaaier / Functies
Juist
Onjuist
Minder dan
10° (17%)
Meer dan
10° (17%)
Nuttige functies
Seizoenstijdklok (
M
pagina 29)
Hoe snel het gras groeit is afhankelijk van
het seizoen en ondergrond. Met deze functie,
kunt u de maaitijd instellen voor elk seizoen.
Stille tijdklok (
pagina 30)
M
Voor een stille werking van de robotmaaier,
kunt u het toerental van de mesmotor, het
toerental van de wielmotor en de tijdklok
instellen.
Spiraal maaien (
pagina 36, 38)
M
Met deze functie, richt de robotmaaier zich
op het maaien van het gebied waar het
gazon niet volledig gemaaid is of waar het
gazon snel groeit.
Kanten maaien (
M
pagina 35, 38)
Met deze functie, kunt u het niet-gemaaide
gebied langs de begrenzingskabel maaien.
5