5
GEBRUIK
Het maaigebied controleren
Controleer voordat u de gazonmaaier gebruikt of er zich geen dieren
en vreemde voorwerpen in het maaigebied bevinden.
Schakel de gazonmaaier uit alvorens vreemde voorwerpen te
verwijderen.
VOORZICHTIG:
- Als er gaten in het werkgebied zijn (bijvoorbeeld van
konijnen / mollen), vul ze dan zodat het werkgebied vlak is.
Controleer het werkgebied regelmatig op gaten.
Controleer ook of het gras maximaal 65 mm hoog is.
OPMERKING:
- Stel de hoogte van de messen af zodat het gras op 5 mm wordt
gemaaid. Raadpleeg voor nadere informatie over het afstellen van
de hoogte van de messen "De hoogte van de messen aanpassen"
(M pagina 57).
Als het gras langer dan 65 mm is, moet u het gras met een normale gazonmaaier maaien.
Aansluiten op een voedingsbron
Volg de onderstaande stappen om een voedingsbron aan te sluiten.
Voer de stappen in omgekeerde volgorde uit bij het loskoppelen van een voedingsbron.
Neem contact op met uw dealer voor meer informatie over het verplaatsen van de transformator of het
gebruik van een ander stopcontact.
OPMERKING:
- Sluit het station uitsluitend aan op een voedingscircuit dat beschermd is door een aardlekschakelaar met
een uitschakelstroom van maximaal 30 mA.
Verwijder het klepje van de connector van het station.
1
Sluit de connector van het netsnoer aan op de interne connector van
2
het station.
OPMERKING:
- Als u de connectoren loskoppelt, moet u de klem ontgrendelen.
Bevestig het klepje van de connector op het station.
3
(Het netsnoer en de begrenzingskabel moeten door de inkeping in het
klepje van de connector lopen.)
Sluit de connectoren van het netsnoer en de transformator aan.
4
OPMERKING:
- Als u de connectoren loskoppelt, moet u de klem ontgrendelen.
Het maaigebied controleren / Aansluiten op een voedingsbron
65 mm of
minder
Netsnoer
Transformator
53