Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Demag DC-Pro 1 Gebruiksaanwijzing pagina 90

Inhoudsopgave

Advertenties

Kettingankerpunt DC 15 inschering 2/1 monteren
Afb. 60
Aanslagstuk monteren
Afb. 61
Verdere procedure na het vervangen van de kettingset
Als de ketting om reden van het bereiken van de slijtagegrens wordt vervangen, dan zijn gewoonlijk ook de om‐
keerwielen versleten en moeten deze worden vervangen. Daarom moet de toestand van de omkeerwielen bij
het vervangen van de ketting beslist worden gecontroleerd. Wij raden aan bij elke 2e kettingwissel het omkeer‐
wiel te vervangen.
Haaktuig/onderblok monteren  „Lasthaak", Pagina 96
Smeer de ketting  „Beschikbare hijskettingen", Pagina 85,  „Hijsketting smeren", Pagina 94
Stel zonodig de onderste haakpositie in  „Onderste haakpositie instellen", Pagina 54.
Monteer de kettingvanger  „Demonteer de kettingvanger", Pagina 78.
Indien een optionele drijfwerkeindschakelaar aan de kettingtakel is aangebracht, dan moet deze na een ket‐
tingwissel opnieuw worden ingesteld, zie brochure „Drijfwerkeindschakelaar DC"  Tab. 3, Pagina 7.
90
Monteer het kettingankerpunt bij de DC-Pro 15 inschering 2/1 vóór het
aanschroeven van de ontvlechtingsplaat (4).
● Bij de demontage van het kettingankerpunt moeten beide bouten (1)
slechts zo ver uit de boringen worden geschoven dat het kettingan‐
kerpunt kan worden afgenomen.
● Leg het kettingeinde tussen de kettingankerpunthelften (3) en zet de
helften vast met een aanhaalmoment van 25 Nm.
● Schuif het vastgeschroefde kettingankerpunt in de opening van de
behuizing van de drijfwerk.
● Schuif de pennen (1) weer volledig in de boringen terug (de pennen
worden geborgd door de gemonteerde ontvlechtingsplaat).
Pos.
Naam
1
Pennen kettingankerpunt
2
Inbusbout kettingankerpunthelften
3
Kettingankerpunthelften
4
Ontvlechtingsplaat
5
Inbusbout ontvlechtingsplaat
Tab. 53
● Het aanslagstuk aan de 5de kettingschakel van de onbelaste ketting‐
streng aanbrengen; neem daarbij het aanhaalmoment in acht; zie
 Tab. 54, Pagina 91.
● Wanneer bij een kettingwissel de kettingtakel met een langere ket‐
ting wordt gebruikt dan de standaardcapaciteit van de kettingvanger
aankan, dan moet een extra aanslagstuk op de ketting worden be‐
vestigd tussen het haaktuig en de bufferplaat. Het aanslagstuk moet
zo worden aangebracht dat de extra lengte van de ketting tussen het
haaktuig en het aanslagstuk ligt. Voor de DC 10 en de DC 15 met
inschering 2/1 is in dit geval een drijfwerkeindschakelaar nodig.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave