8.5.9.2
Slipkoppeling instellen
Afb. 81
De slipkoppeling is door de slipbewaking tegen overbelasting beschermd, zodat een herhaling van de instelling
pas bij de algehele revisie noodzakelijk wordt. Als op grond van de bedrijfsomstandigheden of vanwege functie‐
storingen een controle van de instelling noodzakelijk is, moet dit gebeuren met het slipkrachtcontrole-apparaat
bestelnr. 836 708 44. Controles en wijzigingen van instellingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door des‐
kundigen, met inachtneming van de instructies in de brochure „Slipkrachtcontrole-apparaat" Tab. 3, Pagina 7.
8.5.10
Drijfwerkolie wisselen
Afb. 82
Bouwtype kettingtakel
Oliehoeveelheid
Aanhaalmomenten
Tab. 72
Afgewerkte olie milieuvriendelijk afvoeren.
Oliesmering
Onder normale bedrijfsomstandigheden moet het smeermiddel uiterlijk om de 10 jaar worden ververst. Bij uitzon‐
derlijke bedrijfsomstandigheden, zoals bijv. hogere omgevingstemperaturen, raden wij u aan de olieverversing
aan deze bedrijfsomstandigheden aan te passen.
De slipkoppeling wordt bij de eindcontrole in de fabriek op het draagver‐
mogen van de kettingtakel ingesteld. Het is niet toegestaan het active‐
ringsmoment te verhogen tot een waarde hoger dan de fabrieksinstel‐
ling, zie ook „Kettingtakel ophangen", Pagina 42.
Bij de kettingtakel DC ≥ 1000 kg komt de instelling overeen met de ver‐
eisten van EN 14492-2 voor slipkoppelingen als overbelastingsbeveili‐
ging. Overbelastingsbeveiligingen zijn voorgeschreven bij een draag‐
vermogen ≥ 1000 kg.
Bij afname van het hijswerktuig of de kraaninstallatie moet in het kader
van de dynamische overbelastingscontrole een last van 110 % van het
draagvermogen worden opgetild (zonder verandering van de instelling
van de slipkoppeling). Het is niet toegestaan een last > 160 % te hijsen;
(EN 14492-2 „Direct werkende overbelastingsbeveiligingen").
Deksel drijfwerk
Drijfwerkbehuizing 2-delig
Olievulopening en ontluchting M16
Servicekap
DC 1 / 2
DC 5
[l]
0,35
0,50
[Nm]
5,5
[Nm]
-
[Nm]
-
[Nm]
5,5
DC 10
DC-Pro 15
0,90
1,3
-
25
15
7,5
25
111