–
Demonteer met een borgringtang de borgring (8); gebruik hiervoor een rechte of kromme tang (toegang door
opening in de drijfwerk aan de zijkant van de motor of vanuit de serviceruimte);
DC 1 tot 5: in het bereik van de netstekker;
DC 10: afdekking van de opening van de drijfwerkbehuizing (9) zijdelings wegklappen.
–
Maak de kettinggeleiding (10) met het kettingwiel van de uitgaande as los; schuif hiervoor het complete sa‐
menstel in de richting van de motor tot het kettingwiel vrij is; verwijder daarna de versleten kettingset uit de
serviceruimte.
Ga bij de montage van de nieuwe kettingset in omgekeerde volgorde te werk.
Let hierbij op de volgende punten:
Kettingtakel met drijfwerkeindschakelaar
Afb. 56 (A) kettinggeleiding bij DC 10 zonder drijfwerkeindschakelaar; (B) kettinggeleiding bij DC 10 met drijfwerkeindschakelaar
Als de kettingtakel DC 10 is uitgerust met een drijfwerkeindschakelaar, dan onderscheidt de kettinggeleiding zich
door een grotere boring (tot bouwjaar 2012).
Zie ook „Kettingaandrijving", Pagina 130
Afstandsring uitgaande as
Afb. 57
88
● Let er bij het monteren van de kettinggeleiding op dat alle afstands‐
ringen op de uitgaande as zijn aangebracht.
Pos.
Naam
1
Afsluitkap
2
Borgring
3
Afstandsring
4
Kettinggeleiding
5
Afstandsring
Tab. 52
Smeer voordat u het kettingwiel opschuift de vertanding
van de uitgaande as met Molykote of gelijkwaardig vet.
DC-Pro 15
DC 1 / 2
DC 5
DC 10
DC-Pro 15
1 stuks
3 stuks
1 stuks
2 stuks
2 stuks